Voor het grootste deel doet ze dat uitstekend. Zo wijdt ze haar eerste hoofdstuk aan de darmen, wat meteen de belangrijke rol aangeeft die deze in het spijsverteringsproces spelen. Want de connectie tussen darmen en brein verklaart de link tussen de samenstelling van onze darmflora en hoe we ons voelen. Dat ze geen definitie kan geven van een gezonde darmflorasamenstelling, komt omdat die per persoon en per levensfase verschilt en net zo uniek is als een vingerafdruk. Maar, zo stelt ze, gezonde voeding geeft wel een boost aan gunstige darmbacteriën. Daarom waarschuwt ze voor de ongezonde ultrabewerkte voedingsproducten waar supermarkten mee vol liggen. Deze gemaksproducten zijn het resultaat van industriële processen. Je hoeft ze vaak alleen maar op te warmen, ze hebben een lange houdbaarheid, zijn goedkoop en zetten ongemerkt aan tot meer eten. Haar tips om ultrabewerkte producten te herkennen, zijn praktisch en handig. Ze schetst daarbij een levendig beeld van haar eigen zoektochten in de supermarkt naar ‘goede’ producten en hoe lastig het bleek om haar karretje vooral daarmee te vullen. Ook ‘gezonde’ producten als een mueslireep kunnen ultrabewerkt zijn. De grote vraag die ze helaas onbeantwoord laat, is hoe het zit met het assortiment van natuurvoedingswinkels. Zijn hun mueslirepen en vleesvervangers ook ultrabewerkt?

Een andere onbeantwoorde vraag gaat over voedingssupplementen. Zoals je wel vaker tegenkomt in grotendeels best goede boeken over voeding, lijkt het erop dat bij de wetenschappelijke research de orthomoleculaire onderzoeken niet aan bod zijn gekomen. Dat zou niet zo’n probleem hoeven zijn, maar dat wordt dat wel als de schrijver stellige uitspraken doet over voedingssuppletie. Zo stelt Van der Wurff dat de meeste mensen geen supplementen nodig hebben en in de gevallen dat dat wel zo is, supplementen van een drogisterij of supermarkt een prima keus zijn. Ultrabewerkte voeding moet je mijden, maar goedkope, geheel anorganische verbindingen van vitaminen en mineralen zijn wel goed? Hoe verhoudt zich dat tot elkaar?

Andere uitspraken komen een stuk degelijker over. Zo legt ze uit waarom het vezelrijke, mediterrane dieet volgens haar het meest gezonde voedingspatroon is. En hoewel het lastig is om precies te zeggen welke componenten van onze leefstijl het meeste invloed hebben op onze mentale gezondheid, blijkt uit onderzoek dat mensen die zich ongelukkig voelen minder vezels eten dan gelukkige mensen.

Ook koffie en thee komen uitgebreid aan de orde. Theedrinken lijkt een lager risico op depressieve klachten te geven. Het weinige onderzoek dat is gedaan naar de invloed van koffie op mentaal welbevinden laat echter geen relatie zien tussen koffiedrinken, geluk en optimisme. Wel is het zo dat vier of vijf kopjes koffie per dag het risico op allerlei ziekten verkleint. Dat klinkt de vele koffieliefhebbers vast als muziek in de oren. 