Een recente studie toont aan dat matige tot intensieve fysieke activiteit bij ouderen geassocieerd is met betere cognitieve functies en een vertraagde stijging van de alzheimer-biomarker p-tau 181.

Onderzoekers analyseerden gegevens van de Multidomain Alzheimer’s Preventive Trial (MAPT), een multicenterstudie met 1.679 zelfstandig wonende volwassenen van 70 jaar en ouder zonder dementie. Voor deze specifieke analyse selecteerden ze 558 deelnemers (33% van het totaal). Deze deelnemers voldeden aan criteria zoals zelfgerapporteerde geheugenklachten, lage loopsnelheid of beperkingen in dagelijkse activiteiten. Personen met gediagnosticeerde dementie, een Mini-Mental State Examination (MMSE) score lager dan 24, of die omega-3-supplementen gebruikten, konden niet deelnemen.
De onderzoekers maten de bloedconcentraties van het gefosforyleerde tau-eiwit p-tau181 bij aanvang en opnieuw na drie jaar. Ze brachten het niveau van fysieke activiteit in kaart met behulp van de Minnesota Leisure Time Activities-vragenlijst, die de frequentie en duur van huishoudelijke en vrijetijdsactiviteiten over een periode van twee weken beoordeelt. Daarnaast testten zij de cognitieve functies bij aanvang, na zes maanden en vervolgens elk jaar gedurende drie jaar met vier gevalideerde cognitieve meetinstrumenten.
Van de 558 deelnemers waren 41 (7%) fysiek inactief, 264 (47%) hadden een laag niveau van matige tot intensieve fysieke activiteit, en 253 (45%) vertoonden een hoog niveau van dergelijke activiteit. Deelnemers met hogere niveaus van matige tot intensieve fysieke activiteit toonden betere cognitieve prestaties en een vertraagde toename van p-tau181-concentraties over de driejarige follow-upperiode. Bij deelnemers met hogere p-tau181-waarden bij aanvang was dit effect minder uitgesproken.
Het lijkt erop dat matige tot intensieve fysieke activiteit cognitieve achteruitgang kan vertragen door de pathologie specifiek voor de ziekte van Alzheimer te moduleren bij oudere volwassenen over een periode van drie jaar. Een beperking van de studie is dat slechts 33% van de oorspronkelijke MAPT-deelnemers geïncluceerd werden. Daarnaast waren de effecten minder duidelijk bij deelnemers met hogere p-tau181-waarden bij aanvang, wat kan betekenen dat fysieke activiteit vooral preventief werkt in de vroege stadia van neurodegeneratie.
Raffin J, Blennow K, Rolland Y, et.al. Associations between moderate-to-vigorous physical activity, p-tau181, and cognition in healthy older adults with memory complaints: a secondary analysis from the MAPT. Lancet Healthy Longev [Internet]. 2025 [geciteerd 31 maart 2025];6(2).