Binnen afzienbare tijd kunnen we iemands voeding aflezen uit het metaboloom, de verzameling van alle metabolieten in het bloed en de urine. Een Amerikaanse onderzoeksgroep maakte een voorzet bij 153 vrouwen in de postmenopauze. Met 171 metabolieten kon de consumptie van 23 voedingswaren getraceerd worden.
Enquêtes, ze zijn niet duur (bijvoorbeeld via het internet) maar ze zijn zeer onnauwkeurig. Biomarkers kunnen dat probleem gemakkelijk opvangen, maar dan moeten ze met duizenden tegelijk gemeten worden. De laatste decennia zijn daarin grote sprongen vooruitgang geboekt. In deze studie bedroeg het totaal aantal metabolieten 1300 uit de urine en 1100 uit het serum.
Sterke signalen in dit metaboloom waren er voor citrus, zuivel en broccoli, en voor koffie, alcohol en vitamine E-supplementen. De meeste van deze groep van metabolieten waren eenduidig: een metaboliet correleerde met één voedingsmiddel (of supplement).
De relatie tussen voedingsmiddel en metaboliet is in het algemeen weinig eenduidig. Bereidingswijze, microbiota en levermetabolisme drukken hun stempel op het metaboloom, dus moeten onderzoekers clusters van metabolieten gaan definiëren en de verbanden met statistieken gaan beoordelen.
De kracht van deze studie is dat de voeding van de deelnemers volledig gekend was, want de maaltijden werden voorzien door de onderzoekers zelf. Die werden samengesteld op basis van wat de deelnemers gewoonlijk aten.
Referenties
Playdon MC, Tinker LF, Prentice RL et al. Measuring diet by metabolomics: a 14-d controlled feeding study of weighed food intake. Am J Clin Nutr. 2024; 119(2):511-526 doi:10.1016/j.ajcnut.2023.10.016
