Voor dit onderzoek werden jonge mensen uitgenodigd. Bij hen werden eerst de bloedwaarden voor selenium, zink en vitamine D gemeten en met die gegevens werd een gepersonaliseerd suppletieplan opgesteld, die ze 12 weken lang moesten aanhouden. Het vitamine D-niveau nam daardoor toe, maar dat van selenium en zink veranderde niet significant. Geen van de deelnemers had een tekort die volgens de Europese richtlijnen klinisch relevant zou zijn en slechts 5% van de deelnemers had te weinig selenium volgens de nationale aanbevelingen. Bovendien waren de dosissen 'niet-farmacologisch' zoals de onderzoekers dat noemen.

De verschillen in bloedwaarden tussen de suppletie- en controlegroep vervielen (voor selenium eigenaardig genoeg omdat de status van de controlegroep daalde). Blijkbaar was dat niet voldoende om een verschil in optreden van infectie aan de bovenste luchtwegen te voorkomen of de ernst ervan te verminderen. Meer nog, suppletiegroep leek meer last te hebben van ernstige symptomen.

De onderzoekers zien goede redenen waarom ze niet in hun opzet slaagden. Het optreden van infecties lag lager dan verwacht, en de jonge leeftijd en de korte suppletieduur kunnen een significant effect verhinderd hebben. Volgens de literatuur heeft suppletie pas baat bij een langere interventieduur en bij deelnemers met lage bloedwaarden, zoals vaak bij ouderen het geval is.