Onderzoekers evalueerden het effect van een probioticum dat 5 miljard KVE per dag bevat van Lacticaseibacillus rhamnosus Rosell-11 en Bifidobacterium bifidum HA-132. De 180 gezonde zwangere vrouwen uit Montréal (Canada) startten op 28 weken van de zwangerschap en slikten het supplement dagelijks tot 4–6 weken na de bevalling. De onderzoekers wezen ze willekeurig toe aan de probioticum- of placebogroep. De studie was dubbelblind en placebogecontroleerd. Deelneemsters waren tussen de 18 en 39 jaar, in goede gezondheid en in verwachting van een eenling. De onderzoekers volgden zowel de gezondheid van de moeders als die van hun baby’s. Ze verzamelden gegevens over infecties, microbiota (vaginaal, fecaal en in moedermelk), immunologische markers en algemene gezondheid.

Het aantal vrouwen met minstens één infectie tijdens het derde trimester lag lager in de probioticagroep (8,9%) dan in de placebogroep (20%, p=0,05). Bacteriële vaginose kwam ook minder vaak voor bij de probioticagebruikers, al was dit verschil niet significant. Bij de baby’s bleek het effect nog duidelijker: zij hadden gemiddeld 4,7 ziektedagen in de eerste levensmaand, tegenover 10,5 dagen in de placebogroep (p=0,03). De darmmicrobiota van deze baby’s bevatte meer gunstige bifidobacterium-soorten en minder potentieel schadelijke escherichia/shigella. De voordelen waren het grootst bij baby’s die via een keizersnede geboren werden.

In deze groep hielp het probioticum bij het opbouwen van een gunstige darmmicrobiota. Daarnaast vertoonden de netwerken van bacteriesoorten bij deze baby’s een sterkere onderlinge samenhang, wat wijst op een stabieler microbioom. De vaginale microbiota van de moeders veranderde minder zichtbaar, maar er was een trend naar een lager aandeel van het ongunstige CST-IV-profiel bij probioticagebruikers. CST-IV is geassocieerd met bacteriële vaginose en vroeggeboorte. Opvallend is dat Lactobacillus gasseri, een veelbelovende bacteriestam voor de vaginale gezondheid, na de bevalling nog aantoonbaar was in de probioticagroep, terwijl deze volledig verdween bij vrouwen die de placebo kregen.

Suppletie met dit probioticum tijdens het laatste trimester en de kraamperiode biedt bescherming tegen infecties bij moeder én kind. Daarnaast draagt het bij aan de vroege ontwikkeling van een gunstige darmmicrobiota bij zuigelingen. Een kanttekening bij dit onderzoek is dat het aantal infecties in de onderzoeksgroep relatief laag was, wat de statistische kracht van de uitkomsten beperkt. Ook sloten de onderzoekers vrouwen met zwangerschapsdiabetes uit, terwijl die mogelijk extra baat zouden hebben bij probiotica.