Zowel tandverlies als diabetes kunnen leiden tot een versnelde cognitieve achteruitgang bij oudere volwassenen, in het bijzonder bij mensen van 65 tot 74 jaar. Dit blijkt uit nieuwe bevindingen naar aanleiding van een studie, waarvan recent een publicatie verscheen in Journal of Dental Research.
De gegevens zijn afkomstig van een twaalf jaar durende follow-upstudie onder oudere Amerikaanse volwassenen. De data waren afkomst van de Health and Retirement Study (HRS), waarbij mensen van 2006 tot 2018 gevolgd werden. De onderzoekers includeerden 8740 deelnemers die ze naar leeftijd indeelden. Bij aanvang waren 5440 deelnemers 65-74 jaar oud, 3300 waren 75-84 jaar oud en 1208 waren 85 jaar of ouder. Zij werden om de twee jaar beoordeeld door middel van een telefonische enquête die gericht was op cognitieve status. Deelnemers konden maximaal 35 punten scoren. Zoals te verwachten was, scoorde de jongste groep het hoogst, met gemiddeld 23 punten, terwijl de oudste groep het laagst scoorde, met 18,5 punten. De enquête bevatte ook de vraag of zij ooit van een arts te horen hadden gekregen dat zij diabetes hebben. Een andere vraag was: "Bent u alle bovenste en onderste tanden kwijt?"
De percentages deelnemers die aangaven zowel diabetes als edentulisme (het ontbreken van alle natuurlijke gebitselementen) te hebben, bedroegen respectievelijk 6,0%, 6,7% en 5,0% voor degenen van 65-74 jaar, 75-84 jaar en 85 jaar of ouder. Het percentage deelnemers zonder diabetes en edentulisme bedroeg in deze drie leeftijdsgroepen respectievelijk 63,5%, 60,4% en 58,3%. Vergeleken met hun tegenhangers zonder diabetes of edentulisme bij aanvang, hadden oudere volwassenen met beide aandoeningen van 65-74 jaar en van 75-84 jaar een slechtere cognitieve functie (P < 0,001). Wat betreft de snelheid van cognitieve achteruitgang, vergeleken met degenen zonder aandoening uit hetzelfde leeftijdscohort, gingen oudere volwassenen van 65-74 jaar met beide aandoeningen sneller achteruit (P < 0,001). Het hebben van diabetes alleen leidde tot een versnelde cognitieve achteruitgang bij oudere volwassenen van 65-74 jaar (P < 0,001). Het hebben van edentulisme alleen leidde tot versnelde achteruitgang bij zowel oudere volwassenen van 65-74 jaar (P < 0,001) als bij oudere volwassenen van 75-84 jaar (P < 0,01).
De auteurs concludeerden dat het samen voorkomen van diabetes en edentulisme leidde tot een slechtere cognitieve functie en een snellere cognitieve achteruitgang bij oudere volwassenen van 65 tot 74 jaar. Vanuit een klinisch perspectief toont de studie het belang aan van tandheelkundige zorg. Zorgverleners en mantelzorgers zouden meer aandacht moeten besteden aan de cognitieve status van oudere diabetici met een slechte mondhygiëne. Het tegelijk voorkomen van diabetes en een slechte mondhygiëne kan het risico op dementie verhogen, mogelijk als gevolg van chronische inflammatie en cardiovasculaire risicofactoren.
De studie heeft verschillende beperkingen, waarvan de meeste te wijten zijn aan de gegevensbron. De HRS verzamelt bijvoorbeeld gedetailleerde informatie over de cognitieve status, maar edentulisme is de enige meting van mondgezondheid. De onderzoekers vroegen niet of personen vervangingen hadden, zoals een kunstgebit of implantaten, wat invloed heeft op het eetpatroon. Gedetailleerde gegevens van de diabetesstatus zoals HbA1c waren alleen beschikbaar voor kleine subgroepen en niet voldoende om statistische significantie aan te tonen.
Wu B, Luo H, Tan, C et al. Diabetes, Edentulism, and Cognitive Decline: A 12-Year Prospective Analysis. Journal of Dental Research, 2023, 00220345231155825.