De onderbouwing voor associaties tussen de inname van verzadigde vetzuren en het risico op hart- en vaatziekten is tegenstrijdig. De onderzoekers van deze studie voerden een case-cohort-onderzoek uit met 10.529 mensen met hart- en vaatziekten en een gerandomiseerd subcohort van 16.730 volwassenen uit negen landen geselecteerd uit een cohort  van 385.747 deelnemers van de EPIC-studie (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition). De deelnemers vulden voedselfrequentie-vragenlijsten in. De onderzoekers maakten een inschatting van landspecifieke hazard ratio’s ofwel relatieve risico’s per 5% van de energie-inname (5 en%) uit voedingsvetzuren, met en zonder isocalorische substituties van macronutriënten.

Ze vonden geen sterk verband tussen de inname van alle vetzuurtypen, verzadigde vetzuren, enkelvoudig onverzadigde vetzuren en meervoudig onverzadigde vetzuren, en de incidentie van hart- en vaatziekten. Daarentegen vonden ze in analyses die rekening houden met voedselbronnen tegenstrijdige associaties. De incidentie van hart- en vaatziekten bleek lager per 1% hogere energie-inname van verzadigde vetzuren als deze uit yoghurt (-7%), kaas (-2% ) of  vis (-13%) kwamen, maar hoger als de verzadigde vetzuren uit rood vlees (+7%)  en boter (+2%) kwamen.

Deze bevindingen moeten verder worden bevestigd, maar wijzen op het belang van de voedselmatrix. Een beperking van deze studie is dat er geen gegevens beschikbaar zijn over omega-3-vetzuren, plantaardige versus dierlijke vetten en koolhydraattypen.