Wilde bessen voedzamer
Wilde bessen als bron van fytonutriënten

We eten ze nog zelden: Europese vogelkers, lijsterbes, gelderse roos, zuurbes en vlierbes. Ze groeien in het wild en de meeste consumenten beseffen niet dat ze eetbaar zijn (niet volledig onterecht). Oekraïense onderzoekers pleiten ervoor om meer gebruik te maken van hun voedingswaarde.

Het pleidooi voor wilde bessen is ook van ecologisch belang. Ze kunnen groeien op plaatsen niet geschikt voor landbouw of kunnen 'geteeld' worden in biodiverse houtkanten.

In sommige van die bessen zit een gehalte aan fytonutriënten die ver boven het gangbare fruit ligt. Druiven, bananen, aardbeien, kersen enzovoort halen zelden meer dan 325 mg polyfenol-eenheden per 100 gram vers gewicht. Wilde bessen bevatten soms meer dan 1000 mg polyfenol per 100 gram.

Elk van deze wilde bessen bevat anthocyanidine. De onderzoekers vermelden een meta-analyse waarin geschat wordt dat anthocyanidine het niveau van LDL- en HDL-cholesterol beïnvloedt op een manier die overeenkomt met een 70% lager cardiovasculair risico.

Een aantal van die bessen is echter niet zomaar eetbaar. De pitten bevatten stoffen die bron zijn van cyanide (appelpitten en amandelen bevatten die ook), pitten moeten dus best verwijderd worden. Lijsterbes bevat parasorbinezuur, bij verhitting of invriezen wordt die stof omgezet naar sorbinezuur. Gelderse roos en vlierbessen zijn niet eetbaar wanneer de bessen te vroeg geplukt worden, maar koken zorgt ervoor dat ze veilig gegeten kunnen worden.

In vele landen wordt zuurbes (Berberis vulgaris en andere berberissoorten) vers gegeten. De bioactieve stof van zuurbes is bij uitstek berberine, die is intensief onderzocht geweest in klinische studies.

Referenties

Stabnikova O, Stabnikov V, Paredes-López O. Fruits of Wild-Grown Shrubs for Health Nutrition. Plant Foods Hum Nutr. 2024; 79(1):20-37 doi:10.1007/s11130-024-01144-3