Het lichaam maakt bij afvallen geen onderscheid tussen vet-of spierweefsel. In het bijzonder patiënten die GLP1-medicatie gebruiken, kunnen snel en aanzienlijk spierverlies ervaren. Dit kan tot wel 40% van hun totale gewichtsverlies uitmaken.

In deze studie bestudeerden onderzoekers muizen met en zonder functioneel BCL6-eiwit om de rol ervan in spieronderhoud te bepalen. BCL6 staat voor B-cell lymphoma-6, een gen dat codeert voor een transcriptiefactor. Dit is een eiwit dat de expressie van andere genen reguleert. De onderzoekers analyseerden de spiermassa, -structuur en -functie van deze muizen en onderzochten de effecten van vasten op BCL6-niveaus.

Muizen zonder functioneel BCL6 hadden 40% minder spiermassa dan hun gezonde tegenhangers, en hun overgebleven spieren vertoonden verminderde structuur en functie. Het verhogen van BCL6-expressie in de spieren herstelde deze verliezen. Daarnaast bleek dat vasten leidde tot een afname van BCL6-niveaus in de spieren.

BCL6 speelt blijkbaar een essentiële rol in het behoud van spiermassa. Wellicht kan het verhogen van BCL6-niveaus bij mensen spierverlies tijdens afvallen tegengaan. Dit is niet alleen relevant voor gebruikers van GLP1-medicatie, maar ook voor groepen die risico lopen op spierverlies, zoals ouderen en patiënten met systemische ziekten. Deze studie is uitgevoerd op muizen, waardoor de resultaten mogelijk niet direct toepasbaar zijn op mensen. Vervolgonderzoek is nodig om de rol van BCL6 bij menselijke spierbehoud te bevestigen en om veilige en effectieve therapieën te ontwikkelen.