Bloedplaatjes dienen de wondjes in bloedvaten te dichten maar ze zijn ook verwikkeld in plaquevorming in de bloedvaten. Drie stimuli zijn er voor de activering van bloedplaatjes: platelet-activating factor (PAF), adenosine-difosfaat (ADP) en trombine. Continue activering van de bloedplaatjes leidt tot disfunctie van de binnenlaag van de bloedvaten (endotheel) en onwenselijke bloedproppen.

Vitamine C staat meestal model als antioxidant maar beschikt ook over anti-inflammatoire en antitrombotische eigenschappen. Flavonoïden zijn ook antioxidanten met anti-inflammatoire werking, jammer genoeg zijn ze slecht opneembaar. In-vitrostudies hebben in het verleden vaak synergie tussen flavonoïden en vitamine C aangetoond.

De onderzoekers kochten het testsupplement in hun lokale apotheek en analyseerden grondig de ingrediënten. Immers bevatten commerciële supplementen niet altijd de bioactieve stoffen zoals de fabrikant het claimt, schrijven de onderzoekers. Uit die analyse bleek dat het supplement 30-50 mg bioflavonoïde bevatte.

Volgens gingen de onderzoekers de antioxidant- en bloedplaatjes-activiteit na van een reeks polyfenolen en van het supplement. Ze vonden dat curcumine het polyfenol was met de sterkste activiteit op de drie pathways: PAF, ADP en trombine. Ook de flavonoïden quercetine, catechine en tanninezuur waren doeltreffend, telkenmale met een zekere voorkeur voor PAF, ADP en/of trombine. Flavonoïden remmen bloedplaatjesactivering gemiddeld sterker dan vitamine C, maar vitamine C versterkt wel het effect van de flavonoïden.

Ook als antioxidant was er sprake van synergie, zoals dat bleek uit drie verschillende antioxidanttests. Flavonoïden geven stabielere resultaten, terwijl de antioxidantactiviteit van vitamine C ‒ als wateroplosbaar molecule ‒ sterk afhangt van de test of het testmedium.

Zowel het vitamine C-supplement met als zonder flavonoïden verlaagde klinisch de activiteit van trombine en PAF. De toevoeging van flavonoïden zorgde wel voor een betere anti-inflammatoire respons, maar statistisch gezien was het verschil insignificant. Mogelijk lag het deelnemersaantal te laag en was de dosis flavonoïden te klein.

Het supplement dat de deelnemers namen, bevatte 1 gram vitamine C of de combinatie van vitamine C en 50 mg bioflavonoïde. De dosis vitamine C was dus aan de hoge kant, terwijl die van de flavonoïden duidelijk laag was.