De studie had een opzet waarbij deelnemers verschillende voedingsmiddelen en dranken kregen en hun bloedsuiker werd gemeten met zowel een CGM als met capillair bloed. De deelnemers waren gezonde volwassenen (18-65 jaar, BMI tussen 18-30), en de CGM werd ten minste 24 uur voor de eerste test gedragen. De resultaten lieten zien dat CGM de bloedsuikerspiegel vaak te hoog inschatte in vergelijking met capillair bloed. Dit gold vooral voor bepaalde voedingsmiddelen, zoals fruitsmoothies. Dit leidde er ook toe dat de CGM de tijd overschatte die mensen buiten het ideale bloedsuikerbereik doorbrachten. De mate van deze overschatting verschilde per persoon en per voedingsmiddel, wat betekent dat er geen standaardoplossing is om deze fout te corrigeren. Hoewel calibratie van de CGM op basis van nuchtere bloedsuiker de fout iets verminderde, was de overschatting niet volledig te verhelpen.

Hoewel CGM's handig kunnen zijn, zijn ze mogelijk niet altijd nauwkeurig bij het meten van de bloedsuikerspiegel na het eten. Capillair bloedonderzoek blijft de betrouwbare methode voor het meten van de glycemische reactie. De bevindingen laten zien dat er meer werk nodig is om CGM-apparaten te verbeteren en ervoor te zorgen dat ze betrouwbaar gebruikt kunnen worden voor het monitoren van de bloedsuikerspiegel en het geven van voedingsadvies.

In de studie werd slechts één type CGM gebruikt, namelijk de Abbot Freestyle Libre 2. De resultaten hebben daarom specifiek betrekking op dit type CGM en de gevonden fouten en onnauwkeurigheden gelden mogelijk niet voor andere CGM's.