Jin en collega's berekenden individuele risicoscores voor 16 kankers bij mannen en 18 kankers bij vrouwen, met behulp van beschikbare gegevens uit genoombrede associatiestudies. Vervolgens gebruikten ze statistische methodes om deze scores te combineren tot één enkele maatstaf voor het kankerrisico, gebaseerd op het relatieve aandeel van elk kankertype in de algemene bevolking. Er werden afzonderlijke scores gegenereerd voor mannen en vrouwen.

Om hun methode te valideren, gebruikten de onderzoekers genotype-informatie van ruim 200.000 mannen en bijna 240.000 vrouwen van de UK Biobank, een cohort van deelnemers uit de algemene bevolking die tussen 2006 en 2009 uit Engeland, Schotland en Wales waren gerekruteerd en berekenden een risicoscore voor elk individu.

Patiënten in het hoogste kwintiel voor kankerrisico hadden bijna 2 keer zoveel kans (mannen) en 1,6 keer zoveel kans (vrouwen) om een ​​kankerdiagnose te krijgen bij hun meest recente follow-up in 2015 of 2016. Bijna alle deelnemers (97%) in de studie hadden een hoog genetisch risico van ten minste één kankertype. Wat betekent dat bijna iedereen vatbaar is voor ten minste één type kanker.

De deelnemers werden bij hun inschrijving ondervraagd over verschillende leefstijlfactoren, waaronder roken- en alcoholgebruik, body mass index, beweging en voedingspatroon. Op basis van deze factoren classificeerden de onderzoekers elke patiënt met een ongunstige (nul tot één gezonde factor), tussenliggende (twee tot drie gezonde factoren) of gunstige (vier tot vijf gezonde factoren) leefstijl.

Patiënten met een ongunstige leefstijl en die zich in het hoogste kwintiel bevonden wat genetisch risico betreft, hadden 3 keer (mannen) en 2,38 keer (vrouwen) meer kans om kanker te ontwikkelen dan patiënten met een gunstige leefstijl en het laagste kwintiel van genetisch risico. Bij patiënten met een hoog genetisch risico was de vijfjaarsincidentie van kanker 7,23% bij mannen en 5,77% bij vrouwen met een ongunstige leefstijl, vergeleken met 5,51% bij mannen en 3,69% bij vrouwen met een gunstige leefstijl. Volgens de onderzoekers zijn de verlaagde percentages vergelijkbaar met het kankerrisico bij personen met een gemiddeld genetisch risico. Soortgelijke trends werden waargenomen in alle genetische risicocategorieën, wat erop wijst dat patiënten baat kunnen hebben bij een gezonde levensstijl, ongeacht het genetische risico.

Een beperking van deze studie is het feit dat alleen de sterkste risicogenen in het DNA werden bekeken, waarbij de invloed van gebieden met zwakkere effecten buiten beschouwing zijn gelaten.