Rhamnogalacturonaan-I, een type pectine, kan de aanwezigheid van bifidobacteriën verhogen indien een voldoende hoge dosis ingenomen worden. Dat blijkt uit Fins-Nederlands onderzoek met vijftig gezonde vrijwilligers, dat acht weken in beslag nam. De deelnemers werden ook blootgesteld aan een rhinovirus.
Pectine kennen we als verdikkingsmiddel, maar in biochemische context hebben we het over een groep van vezels die overvloedig in plantaardige voeding aanwezig is. Ongeveer een kwart van een pectine-molecule bestaat uit rhamnogalacturonaan-I, een vertakte koolhydraatketen met rhamnose, galacturonzuur, arabinaan en arabinogalactaan als suiker-eenheden. Complexe structuren dus, maar minder complex dan rhamnogalactoruraan-II, waardoor ze nog goed als energiebron door gespecialiseerde darmbacteriën gebruikt kunnen worden. Voor deze studie werd rhamnogalactoruraan-I uit wortel gebruikt.
De koolhydraat-structuren oefenden ook een gunstige invloed uit op de immuniteit, want uit een eerdere studie bleek dat 0,3 gram rhamnogalactoruraan per dag de symptomen van verkoudheid terug kon dringen.
Voor de nieuwe studie werden dosissen van 0,3 en 1,5 gram getest. Al bij al was de impact op de samenstelling van de darmmicrobiota beperkt. Tenslotte ging het om een kleine hoeveelheid vezel, in klinische studies worden vaak tientallen grammen vezels toegediend. Toch was de toename in bifidobacteriën en de stabilisatie van de microbiota duidelijk. Verschillen in samenstelling in microbiota leken zich uit te vlakken tussen de deelnemers.
Een bijkomende vaststelling was dat de aanwezigheid van ruminokokken en toename in microbiële diversiteit voorspellend waren voor de immuunrespons op virale blootstelling. Vooral deelnemers met weinig ruminokokken aan de aanvang van de studie ondervonden minder symptomen door de infectie met rhinovirus dankzij 0,3 gram rhamnogalactoruraan-I.
Jian C, Sorensen N, Lutter R et al. The impact of daily supplementation with rhamnogalacturonan-I on the gut microbiota in healthy adults: A randomized controlled trial. Biomed Pharmacother. 2024; 174:116561 doi:10.1016/j.biopha.2024.116561