Een recente studie toont aan dat bepaalde mondbacteriën de cognitieve gezondheid beïnvloeden bij oudere volwassenen met milde cognitieve stoornissen.
De onderzoekers analyseerden het orale microbioom en stikstofmonoxide (NO)-biomarkers van 115 deelnemers: 60 gezonde volwassenen en 55 met milde cognitieve achteruitgang (MCA). In een subgroep van 33 MCA-deelnemers werd het verschil tussen dragers van het APOE4-gen en deelnemers zonder dit gen onderzocht. Het APOE4-gen is een risicofactor voor de ziekte van Alzheimer. De onderzoekers beoordeelden de cognitieve prestaties met een reeks neuropsychologische tests.
Neisseria en Haemophilus correleerden met betere cognitieve functies, vooral bij MCA-deelnemers. De onderzoekers troffen P. intermedia vaker aan bij APOE4-dragers en dit was geassocieerd met een slechtere cognitieve functie. Ze vonden geen significant verschil in NO-biomarkers tussen de MCA- en controlegroep.
De onderzoekers concluderen dat een gezond mondmicrobioom, rijk aan Neisseria en Haemophilus, kan bijdragen aan een betere cognitieve gezondheid, terwijl bepaalde bacteriën, zoals P. intermedia, het risico op dementie verhogen. Het lijkt erop dat de manier waarop orale bacteriën nitraat verwerken invloed kan hebben op de stikstofmonoxide-niveaus, die een cruciale rol spelen in de gezondheid van de hersenen.
De studie was beperkt in omvang en betrof voornamelijk vrouwelijke deelnemers. De auteurs raden vervolgonderzoek aan naar de invloed van voeding en mondhygiëne op het microbioom en cognitieve achteruitgang. Mogelijk kunnen voedingsinterventies, zoals het verhogen van nitraatinname, bijdragen aan hersengezondheid en het vertragen van cognitieve achteruitgang.
L’Heureux JE, Corbett A, Ballard C, et al. Oral microbiome and nitric oxide biomarkers in older people with mild cognitive impairment and APOE4 genotype. PNAS Nexus. 1 januari 2025;4(1):pgae543.