Nierpatiënten met hogere boorconcentraties in de urine hebben betere overlevingskansen. Dat hebben onderzoekers van de universiteit van Groningen en Kiel (Duitsland) vastgesteld bij bijna 700 niertransplant-ontvangers. De associatie was best stevig: een verdubbelde inname kwam overeen met een gehalveerde sterftekans.
Boor wordt als voedingsstof vaak over het hoofd gezien, integendeel komen we soms ongevallen van vergiftiging tegen door producten met boor. Voor de onderzoekers is het echter niet toevallig dat de boorinname in de blue zones ‑ regio's in de wereld met hoge dichtheid aan honderdjarigen ‑ hoog is, onder andere via consumptie van soja, bonen en wijn. In deze studie waren consumptie van wijn, fruit en noten het sterkst verbonden met de boorconcentratie in de urine.
De functie van boor in het lichaam blijft nog mysterieus. Het mineraal waarvan we gemiddeld 1 mg per dag innemen, is betrokken in de homocysteïne-pathway: bij ratten leidt gebrek eraan tot toename in homocysteïne en afname in S-adenosylmethionine. In deze studie leek homocysteïne de relatie tussen boor en overlevingskans niet te beïnvloeden. Boor is ook betrokken in DNA-reparatie, detectie van DNA-schade, afweer tegen oxidatieve stress en ontstekingen.
Een oorzakelijk verband tussen boor en overleving is hiermee nog niet bewezen. Boorconcentratie in de urine kan een gezond, plantaardig en dus vezelrijk voedingspatroon weerspiegelen. Volgens dit onderzoek was het verband ongewoon sterk en stond het verband los van voedingspatroon en niveau van vitamine B6, B12 en foliumzuur.
Kremer D, Post A, Seidel U et al. Boron Intake and decreased risk of mortality in kidney transplant recipients. Eur J Nutr. 2022; 61(2):973-984 doi:10.1007/s00394-021-02702-0