Onderzoekers van University College Roosevelt in Nederland onder leiding van emeritus professor Ger Rijkers hebben 2496 potentiële studies geïdentificeerd op ‘clinicaltrials.gov’ met de zoekterm 'probiotica'. Na toepassing van inclusiecriteria beoordeelden de onderzoekers 504 publicaties die geregistreerd zijn tussen 2005 en 2024. De European Food Safety Authority (EFSA) richtlijnen dienden als basis voor het bepalen van klinische uitkomstparameters. De onderzoekers includeerden studies die keken naar veranderingen in ontlastingsfrequentie of -type (volgens de Bristol Stool Chart).

Van de  504 klinische probiotica-onderzoeken blijkt dat 52% een positief primair resultaat rapporteerde, 20% een positief secundair resultaat en 26% geen verandering. Slechts 2% van de studies meldde een negatief effect. Dat betekent dat 72% van de studies een positief effect liet zien, zowel klinisch als met betrekking tot kwaliteit van leven. Bij studies gericht op metabole aandoeningen (40) was het succespercentage 87%. Het betrof hier verbeteringen in parameters zoals bloedsuikerspiegel en cholesterolwaarden. Bij studies gericht op gastro-intestinale aandoeningen (148) was het succespercentage 68%. Hier ging het om een duidelijke vermindering van klachten zoals buikpijn en een verbeterde stoelgang. In de 49 studies die de effecten bij zuigelingen onderzochten, resulteerde het gebruik van probiotica in minder kolieken en een betere spijsvertering.

Deze resultaten onderstrepen het potentieel van probiotica als effectieve interventie voor diverse gezondheidsproblemen. De auteurs concluderen dat probiotica potentieel waardevolle interventies zijn voor diverse klinische aandoeningen, vooral op het gebied van gastro-intestinale gezondheid en metabole stoornissen. De resultaten laten tevens zien hoe belangrijk het is om te kijken naar kwaliteit van leven bij het beoordelen van hun effectiviteit.