‘Sommige mensen hebben al dertig jaar het metabool syndroom voordat ze de diagnose diabetes type 2 krijgen’, vertelt internist dr. Yvo Sijpkens van het Haaglanden Medisch Centrum (HMC). Hij zet zich er helemaal voor in om hierover bij een breed publiek meer bewustwording op gang te brengen. Om de eerste signalen tijdig te herkennen, zouden mensen ook moeten weten dat het syndroom zich tijdens verschillende leeftijdsfasen anders voordoet. Want het treft niet alleen mensen vanaf pakweg middelbare leeftijd met overgewicht en een bewegingsarm leven, maar ook jongeren. Het komt steeds vaker voor en verhoogt aanzienlijk het risico op onder andere diabetes, hart- en vaataandoeningen en kanker.

‘De problemen beginnen al in de vroegste jeugd’, vervolgt hij. ‘Het is belangrijk dat mensen snappen dat je stofwisseling geleidelijk aan ontregelt. Bij jonge mensen kan je het begin van metabole disfunctie herkennen aan gedragsveranderingen. Ze hebben vaak mentale problemen, soms ADHD. Bij dertigers en veertigers zie je vermoeidheid en burn-out. In de leeftijdscategorie daarboven manifesteert het zich in hoge bloeddruk, diabetes en hart- en vaatziekten. De metabole oorsprong is dezelfde, het voedingspatroon is suboptimaal.’
Yvo werkt als internist met een meervoudige differentiatie bij het HMC. Die differentiatie houdt voor hem in dat leefstijl een belangrijke pijler is van zijn werk. Hij heeft ook jaren als internist-nefroloog gewerkt, een functie van waaruit hij zich verder heeft geschoold in vasculaire geneeskunde en diabeteszorg.
Wat is de reden dat de stofwisseling tegenwoordig al zo vroeg fout gaat?
Omdat kinderen helaas al heel jong verslaafd worden gemaakt. De addictiecomponent is echt sterk. Ze eten overbewerkte voeding die gekenmerkt wordt door een overmaat aan suikers, witmelen en junkoliën. Dat vinden kinderen lekker. Is dat je dominante voedingspatroon van jongs af aan, dan weet je natuurlijk ook niet beter. Maar hun insulinespiegels stijgen, ook in nuchtere fasen, waardoor hun lichaam in een soort opslagmodus terechtkomt met chronische ontsteking als gevolg. De hersenen reageren daar ongunstig op. Vervolgens heeft het lichaam steeds meer insuline nodig om die suikers van de bewerkte voeding weg te krijgen. Je ziet dan al aan het gedrag dat het niet goed gaat met zo’n kind. Een bloedonderzoek voor metabole screening zou verstandig zijn, want als de insuline eenmaal hoog is, ontstaan er ook problemen met zetmelen. Voedingswaren als brood, rijst, aardappelen, pasta, fruit en suikerhoudende groenten worden allemaal omgezet in suiker, wat dan een te grote belasting is geworden voor de stofwisseling. Mensen denken dat ze gezond eten en dat doen ze ook wel, alleen de voedingsbodem waarin dat eten terechtkomt, leidt tot een versterking van de metabole disfunctie. Zo komen ze in een vicieuze cirkel terecht. Diabetes is er een goed voorbeeld van dat er te lang wordt gewacht en er medicatie volgt als de bloedsuikers omhoog gaan.
Zou je al bij kinderen met problematisch gedrag de insulinespiegels moeten meten?
Ik zou zeggen: begin bij het begin. Kijk naar de omgeving waarin een kind leeft, hoe de gezondheid is van de rest van het gezin en het voedingspatroon. Als die metabole overbelasting kunnen geven op lange duur, realiseer je dan dat dat ook een negatieve invloed heeft op de mentale gezondheid. Als kinderen wat dikker zijn, zou je de nuchtere insuline kunnen meten. Als huis- en kinderartsen zo’n meting in het consult meenemen, zou ik dat erg toejuichen. Want waarom meten we wel de bloedsuiker en niet de nuchtere insuline? Een insulinetest is heel goedkoop. Wel is het belangrijk om het goed te interpreteren. Daar is metabool denken voor nodig.
Je hebt zelf ook het metabool syndroom gehad. Heeft dat eraan bijgedragen dat je deze kant bent opgegaan?
Absoluut. Er ontstond in mij een soort kwaadheid dat ik niet eerder wist wat er met me aan de hand was. Ik had overgewicht en stelde bij mezelf een hoge bloedsuikerspiegel vast. Met hardlopen en smoothies zou ik mezelf wel weer gezond krijgen, dacht ik. Dat ging slechts half goed. Toen ik mijn insulinegehalte ging meten, bleek ook dat te hoog, net als de hoeveelheid triglyceriden in mijn bloed. Allemaal symptomen van het metabool syndroom. Ik wilde direct ingrijpen om te voorkomen dat ik medicijnen moest gaan slikken. Supergemotiveerd om het in één keer goed te doen, viel ik toen tien kilo af. Ik kreeg meer energie, had betere sportprestaties en transpireerde een stuk minder.
Hoe heb je je leven veranderd?
Ik ging bijvoorbeeld koolhydraatarm eten. Ondertussen begon ik in te zien dat je een half leven kan wegkomen met voeding die niet helemaal gezond is en een te grote suikerbelasting veroorzaakt. Gelukkig deed en doe ik altijd veel aan sport, daardoor is de schade beperkt gebleven. Ook heb ik nooit gerookt en is mijn vaatstelsel goed gebleven. Hoewel ik liever al veel eerder met leefstijlverandering zou zijn begonnen, is het ook zo dat niemand te oud is om het roer om te gooien. Dat zie ik bij mijn patiënten ook. Koolhydraatbeperking is geen dieet, het is een leefstijlbehandeling die de weg vormt naar metabole gezondheid. Het best kun je die volgen met je gezin. Dan profiteert ook de nieuwe generatie ervan. Dat gun ik die kinderen toch zo. Je kan er studieprestaties mee verbeteren en misschien kan je er zelfs criminaliteit mee voorkomen. Als mensen dat eenmaal snappen, kan je al vroeg in je leven de juiste keuzes maken.
Wat heeft jou ertoe gebracht om arts te worden?
Het voelde als een roeping, het was er eigenlijk al toen ik op de middelbare school zat. Ik had het geluk dat ik in één keer werd ingeloot voor de studie en door mijn bijbaantje op de dialyse wist ik ook al snel dat ik internist wilde worden. Ik ben dolgelukkig met mijn vak en ervaar dat als zingeving met hoofdletters.
Wanneer ben je met leefstijl gaan werken?
In 2018, toen was er van alles voor mij bij elkaar gekomen. Zo was ik jaren daarvoor al geïnspireerd door een patiënte die mij een boek over koolhydraatarme leefstijl gaf. Kort daarop woonde ik een lezing bij van Wim Tilburgs, de oprichter van Stichting Je Leefstijl Als Medicijn, die zijn diabetes had omgekeerd. Deze stichting wil een gezonde leefstijl bij zo veel mogelijk mensen onder de aandacht brengen en toegankelijk maken. En ik had zelf aan den lijve ondervonden hoeveel gezonder je kan worden met relatief weinig moeite. Het had tot gevolg dat ik leefstijlgeneeskunde voorzichtig begon toe te passen. Mijn patiënten reageerden er nog veel beter op dan ik voor mogelijk had gehouden. Bloedsuikerspiegels verbeterden en hun bloeddruk werd lager zonder medicatie. Dat gaf zoveel voldoening. Daarentegen zag ik natuurlijk ook dat het soms lastig voor ze was. Want weliswaar is het concept simpel, maar gedragsverandering is lang niet altijd gemakkelijk. Dankzij mijn eigen positieve ervaringen bezat ik de overtuigingskracht waardoor mijn patiënten het een kans wilden geven.
Krijg je van HMC alle ruimte om te werken zoals je wilt?
Ik werk op de polikliniek en heb daar autonomie. Wel blijft het een uitdaging dat ik slechts een kwartier heb voor controlepatiënten en een half uur voor nieuwe. Dat is te kort om leefstijl voldoende aan bod te laten komen. Dankzij belconsulten kan ik iets meer tijd creëren, maar daardoor zijn mijn werkdagen wel langer. Gelukkig heb ik ondersteuning van diëtisten en zijn we goed op elkaar afgestemd.
Tijdens een webinar hoorde ik je zeggen dat zonlicht en spiermassa ook een grote rol spelen bij een gezonde leefstijl.
Dat klopt. Ongezonde voeding is de belangrijkste factor die leidt tot metabole disfunctie, maar de omgeving speelt ook een grote rol. Veel stadsmensen komen nauwelijks meer in de natuur. Ze missen het zonlicht doordat ze veel binnen leven. Komt bij dat we bang worden gemaakt voor de zon en direct smeren voordat onze huid voldoende vitamine D kan aanmaken. Zonlicht is een enorme booster van gezondheid en herstelvermogen. Spiermassa is een andere factor. Een steeds grotere groep kinderen is al op jonge leeftijd inactief. Als hun spieren niet goed ontwikkeld zijn, kan hun lichaam suikers minder goed metaboliseren.
Laatst konden mensen in een aantal plaatsen zich gratis laten testen op leververvetting. Vind je zoiets zinvol?
Aan de ene kant wel omdat het bewustwording op gang brengt. Maar leververvetting, zoals al vaak gezien wordt bij echo of CT, is onderdeel van metabole disfunctie. Ik zou liever op dat laatste een screening willen zien. De interventie bij leververvetting zou therapeutische koolhydraatbeperking moeten zijn. Nu zijn mensen geneigd te denken dat ze minder vet moeten eten. Als je niet snapt dat het te maken heeft met insulineresistentie en suikers, wordt er te weinig mee gedaan.
Wanneer is voor jou iemand metabool gezond?
Als de standaardrisicofactoren afwezig zijn. Dus onder andere dat de bloeddruk normaal is, er geen visceraal vet is en de triglyceriden laag staan. Dat je gevoelig bent voor insuline, je lichaam goed vet verbrandt bij lage koolhydraatinname, dat je goed slaapt, mentaal stabiel bent en om kan gaan met stress.
Welke ontwikkelingen in de maatschappij stemmen je hoopvol?
Dat het inmiddels bij veel mensen doordringt dat ultrabewerkte voeding veel nadelen heeft en dat ze echte voeding gaan herwaarderen. En ook dat ze het verband zien tussen hun klachten en voeding, waardoor ze openstaan voor voedingsinterventie. Ik heb sinds 2020 een adviserende rol bij de Stichting Je Leefstijl Als Medicijn. Deze organisatie is voortgekomen uit een burgerinitiatief, daar zit gigantische kracht in. De naamsbekendheid neemt toe, waardoor zowel artsen als gemotiveerde patiënten via hun webinars en de longreads informatie krijgen. Daarnaast zie ik dat de rol van de orthomoleculaire zorgverlener groter wordt. Die is goed toegerust op leefstijlgeneeskunde en kan een belangrijke schakel vormen tussen arts en patiënt. Het netwerk van hulpverleners, leefstijlcoaches, orthomoleculaire zorgverleners, huisartsen die met leefstijl werken, specialisten die het oppakken, groeit enorm, ook in ons ziekenhuis. Dat stemt mij dus allemaal hoopvol.
Wat zou je jongere zorgverleners willen meegeven?
Dat ze op een frisse manier blijven kijken naar de oorzaak van chronische ziekten. Dat ze het ook helemaal willen snappen en scholingen volgen over het metabolisme, bijvoorbeeld bij de Academie Coaching en Leefstijl, afgekort ACL. Echte geneeskunde bestaat eruit dat je samen met de patiënt kijkt welke grondoorzaken een rol spelen bij ontregelingen. Als je metabole disfunctie eenmaal ziet, lukt het nooit meer om het niet meer te zien. Dan kan je met een goed doorontwikkelde leefstijlbehandeling als therapeutische koolhydraatbeperking met veel meer voldoening aan herstel werken. Ook zou het goed zijn als zorgverleners zich realiseren dat elk mens intrinsiek gemotiveerd is om gezond oud te worden. We moeten echt af van de bias dat mensen dat niet zouden zijn. En verder zou ik alle zorgverleners aanraden te bepalen waar zij zelf staan op het metabole dashboard. Dat ze nagaan waar ze hun eigen leefstijl kunnen verbeteren. Pas als je zelf de positieve effecten hebt ondervonden van leefstijlinterventie op je gezondheid, weet je waar het om gaat. Met die ervaring kan je met veel voldoening meer voor je patiënten betekenen.