Ketogene voeding en vasten
Ketogene voeding en vasten
Fysiologische mechanismen en klinische implicaties

De aandacht voor voeding als therapeutisch middel bij chronische aandoeningen groeit. Zowel ketogene voeding als vasten zijn onderwerp van breed onderzoek vanwege hun invloed op het metabolisme, ontsteking en orgaanfunctie. Deze voedingsstrategieën beïnvloeden niet alleen de energiebalans, maar herprogrammeren ook op cellulair niveau signaalroutes, hormoonafgifte, het microbioom en epigenetische mechanismen. Wat zijn nu precies de fysiologische effecten van deze interventies?

Ketogene voeding bevat weinig koolhydraten (5%), veel vetten (70-75%) en matig eiwit (20-25%). Door deze macronutriëntverhouding verlaagt de insulinesecretie en schakelt het lichaam over op vetverbranding en ketonproductie. Hierdoor wordt vet de primaire energiebron in plaats van glucose. Het proces leidt tot ketose: een toestand waarin het lichaam ketonen produceert als alternatieve brandstof.

Deze voeding verlaagt de insulinespiegel. Een lage insulinespiegel bevordert de afbraak van vetten (lipolyse), waardoor vrije vetzuren vrijkomen die de lever omzet in ketonen. Ook het gebruik van ketogene aminozuren (zoals leucine) draagt bij aan ketonvorming. Typische voedingsmiddelen zijn vlees, vis, eieren, vetrijke zuivel, noten, zaden, specifieke oliën en koolhydraatarme groenten. In een ketogene voeding komen granen, suikers en zetmeelrijke producten nauwelijks voor.

Vasten of ketogene voeding

Vasten betekent tijdelijk afzien van voedsel of calorieën. Bekende vormen zijn intermittent fasting (bijvoorbeeld 16:8), alternate day fasting, het 5:2-dieet of meerdaags watervasten. Tijdens het vasten raken glycogeenvoorraden uitgeput, waardoor het lichaam overschakelt op vetverbranding en ketose. Bij een ketogeen eten gebeurt iets vergelijkbaars: door bijna geen koolhydraten te eten en vooral vetten, dwing je je lichaam in diezelfde vetverbrandingsstand. Je lichaam maakt dan ketonen aan, net als tijdens vasten. Dit leidt tot vergelijkbare metabolische aanpassingen als bij ketogene voeding, met als verschil dat ketose bij vasten vaak dieper en sneller optreedt. Kort gezegd: het ketogeen dieet wekt bij het lichaam de indruk dat je aan het vasten bent, zelfs terwijl je wél eet.

Ketose en ketonen

Ketose is een metabole staat waarin het lichaam ketonlichamen produceert: bèta-hydroxybutyraat (BHB), acetoacetaat (AA) en aceton. Deze dienen als alternatieve brandstof voor hersenen, hart en spieren. BHB functioneert als energiebron, maar ook als signaalmolecuul dat genexpressie, mitochondriale biogenese, antioxidatieve routes en ontstekingsremming beïnvloedt.1

Tijdens ketose verbruiken hersenen tot 70% van hun energie uit ketonen, wat spierafbraak voor de aanmaak van glucose afremt. De verhoogde vetoxidatie verlaagt glucoseafhankelijkheid en stabiliseert de bloedsuikerspiegel. Ketonen verbeteren tevens de neuronale energiehuishouding, wat relevant is bij neurodegeneratieve aandoeningen zoals epilepsie, alzheimer en parkinson.2-4 Ook zijn er aanwijzingen dat ketonen neuro-inflammatie verminderen via directe invloed op microglia en het glutamaatmetabolisme.5

Autofagie en immuunveroudering

Ketogene voeding en vasten bevorderen autofagie door remming van het mechanistic target of rapamycin (mTOR) en activatie van adenosine monophosphate-activated protein kinase (AMPK), twee sleutelfactoren in de cellulaire energieregulatie.6 Autofagie verwijdert beschadigde eiwitten, mitochondriën en pathogenen.7 Dit mechanisme is cruciaal voor immuunregulatie, ontstekingsbeheersing en celvernieuwing. Bij veroudering neemt autofagie af, wat leidt tot opstapeling van cellulair afval en disfunctie van immuuncellen. Dit draagt bij aan inflammaging en immuunveroudering, gekenmerkt door een afname van naïeve T-cellen en een toename van geheugencellen.8 Vasten kan dit proces omkeren door regeneratie van hematopoëtische stamcellen en modulatie van ontstekingsroutes.9

Ketonen en ontstekingsremming

BHB remt het NLRP3-inflammasoom, een ontstekingscomplex in macrofagen. Dit vermindert de productie van IL-1β en IL-18. In humane studies is afname van deze cytokinen aangetoond bij ketose. BHB vermindert bovendien oxidatieve stress via activering van antioxidatieve enzymen zoals SOD en catalase.10

Niet alle studies zijn eenduidig: bij acute verhoging van BHB via supplementen kunnen ontstekingsmarkers tijdelijk stijgen. Dit duidt op een contextafhankelijk effect: chronische ketose via voeding werkt vaak ontstekingsremmend, terwijl acute verhogingen soms een andere immuunrespons oproepen.11 Klinisch kan dit van belang zijn bij de interpretatie van laboratoriumwaarden of bij het inzetten van exogene ketonen als therapie.

Lichaamsgewicht en vetmassa

Zowel ketogeen eten als vasten dragen bij aan vetverlies en verbeteren de lichaamssamenstelling.12 De afname van insuline stimuleert lipolyse, terwijl spiermassa behouden blijft bij voldoende eiwitinname. Ketonen onderdrukken de eetlust via centrale routes (hypothalamus) en hormonale veranderingen, zoals afname van ghreline en toename van GLP-1 en cholecystokinine.

Daarbij verhogen ketonen mogelijk het energieverbruik via processen zoals gluconeogenese en thermogenese. Deze strategieën blijken effectief bij gewichtsverlies en onderhoud, mits gepersonaliseerd en gecombineerd met leefstijlinterventies. Interventies kunnen ook psychologische voordelen bieden, zoals verminderd hongergevoel, stabiliteit in energie en focus, wat therapietrouw kan bevorderen.

Cardiometabole gezondheid

Er is toenemend onderzoek voorhanden dat laat zien dat een ketogene voeding of vasten voordelen heeft voor meerdere onderdelen van het metabool syndroom, een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Zo is koolhydraatbeperking gunstig voor de bloedsuikers, triglyceridenniveaus, HDL-cholesterol, het kleine dichte LDL-subtype (small dense LDL subclass phenotype), geoxideerde plasmavetten en leververvetting.13–15 Aan de andere kant laat een hogere inname van koolhydraten een lager HDL-cholesterol, een hogere totale/HDL-cholesterol-ratio en meer triglyceriden in het bloed zien.16,17

Meer en meer wetenschappers roepen op tot een andere kijk op de risicomarkers voor hart- en vaatziekten. Met name de rol van LDL-cholesterol bij het voorspellen van risico blijkt anders te liggen dan eerder gedacht. Uit onderzoek blijkt dat andere vetwaarden in het bloed, zoals de ApoB/ApoA1-verhouding, kleine dichte LDL-subtypes en triglyceridenniveaus, betere voorspellers kunnen zijn van hartziekten dan LDL-niveaus.18–20 Hopelijk komt er snel meer klinisch onderzoek naar de relatie tussen een laag koolhydraat-voeding en de verschillende cholesteroltypes en triglyceridenniveaus.21

Kanker en ketonen

Ketonen kunnen het energiemetabolisme van kankercellen beïnvloeden, vooral in tumoren die sterk afhankelijk zijn van glucose (Warburg-effect).22 BHB verlaagt angiogenese, remt proliferatie en versterkt immuungemedieerde kankerceldoding. Vasten verhoogt de effectiviteit van chemotherapie door gezonde cellen in een beschermende toestand te brengen, terwijl tumorcellen kwetsbaarder worden. Hoewel deze resultaten veelbelovend zijn, is meer klinisch onderzoek nodig naar de inzet van ketogene strategieën als aanvullende therapie bij oncologie.23 Het effect lijkt sterk afhankelijk van tumorsoort, mutatiestatus en het voedingspatroon in de rest van het traject.

Oxidatieve stress

Ketonen vormen een efficiënte energiebron voor mitochondriën en zorgen daarbij voor een lagere productie van reactieve zuurstofsoorten (ROS) dan glucose.24 BHB verhoogt de verhouding NAD⁺/NADH, stimuleert mitofagie (de gerichte afbraak van beschadigde mitochondriën) en activeert antioxidatieve verdedigingsmechanismen via het NRF2 signaalpad. Dit is een essentieel verdedigingsmechanisme van het lichaam tegen oxidatieve stress en andere cellulaire schade. Het speelt een centrale rol in het activeren van antioxidante en ontgiftingsprocessen in cellen.

In hartweefsel verbetert dit de contractiliteit, terwijl in skeletspieren het uithoudingsvermogen toeneemt. Bij metabole ziekten kunnen deze effecten bijdragen aan verbeterde orgaanfunctie en herstel. Er is groeiende interesse in het inzetten van exogene ketonen bij hartfalen, mitochondriale aandoeningen en post-virale vermoeidheid.

Epigenetische effecten

Ketonen kunnen invloed uitoefenen op de epigenetica, onder andere door het remmen van histon-deacetylases (HDAC’s) én door een specifieke wijziging van histonen, namelijk β-hydroxybutylering. Hierdoor worden genen actiever die betrokken zijn bij celbescherming, antioxidatieve processen en de stofwisseling. Deze epigenetische veranderingen helpen cellen beter om te gaan met situaties van energiegebrek en stress.25

Daarnaast werkt BHB via de GPR109A-receptor. Deze receptor speelt een rol bij lipolyse en het reguleren van ontstekingsprocessen. Wetenschappers onderzoeken momenteel hoe deze effecten van BHB kunnen bijdragen aan het vertragen van veroudering, het beschermen van de hersenen en het bevorderen van metabole flexibiliteit.26

Darmmicrobiota als mediator

Ketogene voeding beïnvloedt het darmmicrobioom aanzienlijk en het lijkt deels via deze weg haar effecten uit te oefenen. Zowel dier- als humane studies tonen aan dat ketogene voeding leidt tot een toename van bacteriën die korteketenvetzuren (SCFA’s) produceren, zoals Akkermansia muciniphila en Lactobacillus.27-29 Deze metabolieten spelen een rol in ontstekingsremming, barrièrefunctie en metabole regulatie.

Tegelijkertijd veroorzaakt een ketogene voeding vaak een afname van pro-inflammatoire bacteriën zoals Desulfovibrio en Turicibacter.27,30 Deze verschuiving gaat gepaard met verminderde ontstekingsactiviteit, mogelijk via beïnvloeding van het immuunsysteem (zoals daling van Th17-cellen).31

Andere waargenomen veranderingen zijn een verminderde bacteriële diversiteit en een afname van Bifidobacterium spp., wat nadelig kan zijn voor de darmgezondheid.32–34 Er zijn echter ook aanwijzingen dat een ketogene voeding in specifieke situaties zoals bij epilepsie of cognitieve stoornissen neuroprotectieve effecten via het microbioom kan bieden.30 Deze veranderingen zijn relevant bij inflammatoire darmziekten en het metabool syndroom, maar langdurige impact op microbiële diversiteit en darmgezondheid vraagt om verdere studie.

Vasten veroorzaakt tijdelijke veranderingen in het darmmicrobioom, met een afname van sommige gunstige SCFA-producerende bacteriën zoals Faecalibacterium en Roseburia. Na het vasten keren deze bacteriën vaak versterkt terug. Tegelijkertijd nemen mogelijk opportunistische soorten zoals Bacteroides tijdelijk toe. Over het algemeen leidt vasten tot een verschuiving richting een ontstekingsremmend en metabool gunstig microbioom.29

Metabole flexibiliteit

Metabole flexibiliteit is het vermogen van het lichaam om soepel te schakelen tussen het gebruik van glucose en vetten als energiebron.35 Bij insulineresistentie raakt dit proces verstoord. Vormen van ketogene voeding en vasten kunnen helpen dit te herstellen door de insulinespiegel te verlagen, de aanmaak van ketonen te stimuleren en de vetverbranding te activeren. Hierdoor verbetert de energieverdeling in het lichaam, neemt de veerkracht toe bij metabole stress en passen mitochondriën zich beter aan. Voor mensen met een verstoorde stofwisseling kan een geleidelijke voedingsaanpak bijdragen aan herstel van deze flexibiliteit.

Conclusie en perspectief

Ketogene voeding en vasten zijn krachtige metabole interventies met brede effecten op celniveau, het immuunsysteem, het darmmicrobioom en de stofwisseling. Ze bevorderen ketose, stimuleren vetverbranding en verlagen insulineniveaus, wat leidt tot verbeterde metabole flexibiliteit, inflammatiereductie en mogelijk zelfs celvernieuwing. Deze strategieën bieden veelbelovende aanknopingspunten voor de ondersteuning bij aandoeningen zoals metabool syndroom, neurodegeneratie, inflammatoire ziekten en mogelijk ook bij oncologie.

Hoewel de wetenschap zich nog verder ontwikkelt, wijzen de huidige inzichten op een waardevolle rol voor deze interventies binnen gepersonaliseerde voedingstherapie. Voor de gezondheidsprofessional betekent dit dat er steeds meer onderbouwing is om voeding niet alleen als basis, maar ook als actieve behandelstrategie in te zetten. Een zorgvuldige, gefaseerde toepassing – afgestemd op de patiënt en zijn of haar metabole profiel – is daarbij essentieel. 

voedingsdeskundige en kennisspecialist in voeding en suppletie

figuur 1 Ketolyse en ketogenese 

Tijdens vasten, langdurige inspanning of een ketogene voeding schakelt het lichaam over op vetverbranding. Hierbij maakt het lichaam vrije vetzuren (FFA) beschikbaar uit vetweefsel en zet de lever deze om in ketonlichamen (bèta-hydroxybutyraat (BHB), acetoacetaat (AA) en aceton). Belangrijke enzymen die betrokken zijn bij de vorming van deze ketonen in de lever zijn HMG-CoA-synthase (HMGCS2) en HMG-CoA-lyase (HMGCL). β-hydroxybutyraat-dehydrogenase (BDH1) zet acetoacetaat om in BHB, het belangrijkste circulerende keton. Deze ketonen gaan via het bloed naar organen zoals hersenen, hart en spieren. Daar dienen ze als efficiënte brandstof. De cellen zetten ketonen om in acetyl-CoA, dat de citroenzuurcyclus (Krebs-cyclus) gebruikt voor de productie van ATP, de belangrijkste energiebron van het lichaam. SCOT (succinyl-CoA:3-ketoacid-CoA transferase) en ACAT (acetoacetyl-CoA transferase) zorgen in de weefsels voor de omzetting van ketonen naar acetyl-CoA voor energieproductie.1

Referenties
  1. The multifaceted roles of ketones in physiology - Tabatabaei Dakhili - Experimental Physiology - Wiley Online Library [Internet]. [geciteerd 1 juli 2025]. Beschikbaar op: https://physoc.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1113/EP092243
  2. Tidman MM. The ketogenic diet and MetSyn in Parkinson’s disease – Symptoms, biomarkers, depression and anxiety: A case study. J Metab Health. 7(1):93.
  3. Pinto A, Bonucci A, Maggi E, et al. Anti-Oxidant and Anti-Inflammatory Activity of Ketogenic Diet: New Perspectives for Neuroprotection in Alzheimer’s Disease. Antioxid Basel Switz. 28 april 2018;7(5):63.
  4. D’Andrea Meira I, Romão TT, Pires do Prado HJ, et al. Ketogenic Diet and Epilepsy: What We Know So Far. Front Neurosci. 2019;13:5.
  5. Jiang Z, Yin X, Wang M, et al. Effects of Ketogenic Diet on Neuroinflammation in Neurodegenerative Diseases. Aging Dis. 11 juli 2022;13(4):1146-65.
  6. Bagherniya M, Butler AE, Barreto GE, et al. The effect of fasting or calorie restriction on autophagy induction: A review of the literature. Ageing Res Rev. 1 november 2018;47:183-97.
  7. Gnoni M, Beas R, Vásquez-Garagatti R. Is there any role of intermittent fasting in the prevention and improving clinical outcomes of COVID-19?: intersection between inflammation, mTOR pathway, autophagy and calorie restriction. VirusDisease. 1 december 2021;32(4):625-34.
  8. Contreras NA, Fontana L, Tosti V, et al. Calorie restriction induces reversible lymphopenia and lymphoid organ atrophy due to cell redistribution. GeroScience. 1 juni 2018;40(3):279-91.
  9. Buono R, Longo VD. When Fasting Gets Tough, the Tough Immune Cells Get Going—or Die. Cell. 22 augustus 2019;178(5):1038-40.
  10. Kim ER, Kim SR, Cho W, et al. Short Term Isocaloric Ketogenic Diet Modulates NLRP3 Inflammasome Via B-hydroxybutyrate and Fibroblast Growth Factor 21. Front Immunol [Internet]. 28 april 2022 [geciteerd 1 juli 2025];13
  11. Neudorf H, Durrer C, Myette-Cote E et al. Oral Ketone Supplementation Acutely Increases Markers of NLRP3 Inflammasome Activation in Human Monocytes. Mol Nutr Food Res. 2019;63(11):1801171.
  12. Baylie T, Ayelgn T, Tiruneh M, et al. Effect of Ketogenic Diet on Obesity and Other Metabolic Disorders: Narrative Review. Diabetes Metab Syndr Obes. 31 december 2024;17:1391-401.
  13. Westman EC, Yancy Jr WS, Olsen MK, et al. Effect of a low-carbohydrate, ketogenic diet program compared to a low-fat diet on fasting lipoprotein subclasses. Int J Cardiol. 2006;110(2):212-6.
  14. Faghihnia N, Tsimikas S, Miller ER, et al. Changes in lipoprotein (a), oxidized phospholipids, and LDL subclasses with a low-fat high-carbohydrate diet. J Lipid Res. 2010;51(11):3324-30.
  15. Hyde PN, Sapper TN, Crabtree CD, et al. Dietary carbohydrate restriction improves metabolic syndrome independent of weight loss. JCI Insight. 2019;4(12).
  16. Dehghan M, Mente A, Zhang X, et al. Associations of fats and carbohydrate intake with cardiovascular disease and mortality in 18 countries from five continents (PURE): a prospective cohort study. The Lancet. 2017;390(10107):2050-62.
  17. EFSA Panel on Dietetic Products and Allergies (NDA) N. Scientific opinion on dietary reference values for carbohydrates and dietary fibre. EFSA J. 2010;8(3):1462.
  18. Fu C, Liu D, Liu Q, et al. Revisiting an old relationship: the causal associations of the ApoB/ApoA1 ratio with cardiometabolic diseases and relative risk factors—a mendelian randomization analysis. Cardiovasc Diabetol. 2024;23(1):51.
  19. Vekic J, Zeljkovic A, Cicero AFG, et al. Atherosclerosis development and progression: the role of atherogenic small, dense LDL. Medicina (Mex). 2022;58(2):299.
  20. Kosmas CE, Rodriguez Polanco S, Bousvarou MD, et al The triglyceride/high-density lipoprotein cholesterol (TG/HDL-C) ratio as a risk marker for metabolic syndrome and cardiovascular disease. Diagnostics. 2023;13(5):929.
  21. Suarez R, Chapela S, Llobera ND, et al. Very Low Calorie Ketogenic Diet: What Effects on Lipid Metabolism? Curr Nutr Rep. 2024;1-11.
  22. Salvadori G, Mirisola MG, Longo VD. Intermittent and Periodic Fasting, Hormones, and Cancer Prevention. Cancers. januari 2021;13(18):4587.
  23. Vidoni calorie restriction for cancer prevention - Google Scholar [Internet]. [geciteerd 1 juli 2025]. Beschikbaar op: https://scholar.google.com/scholar?hl=nl&as_sdt=0%2C5&q=Vidoni+calorie+restriction+for+cancer+prevention&oq=Vidoni+calorie+restriction+for+cancer+preve
  24. Suppression of Oxidative Stress by β-Hydroxybutyrate, an Endogenous Histone Deacetylase Inhibitor | Science [Internet]. [geciteerd 1 juli 2025]. Beschikbaar op: https://www.science.org/doi/abs/10.1126/science.1227166
  25. van den Hurk JJ, Schiattarella GG, Westenbrink BD. From Fuel to Code. JACC Basic Transl Sci. 26 mei 2025;10(5):608-11.
  26. Li J, He W, Wu Q, et al. Ketogenic diets and β-hydroxybutyrate in the prevention and treatment of diabetic kidney disease: current progress and future perspectives. BMC Nephrol. 7 maart 2025;26(1):127.
  27. Ma D, Wang AC, Parikh I, et al. Ketogenic diet enhances neurovascular function with altered gut microbiome in young healthy mice. Sci Rep. 27 april 2018;8(1):6670.
  28. Newell C, Bomhof MR, Reimer RA, et al. Ketogenic diet modifies the gut microbiota in a murine model of autism spectrum disorder. Mol Autism. 2016;7(1):37.
  29. Forslund SK. Fasting intervention and its clinical effects on the human host and microbiome. J Intern Med. 2023;293(2):166-83.
  30. Olson CA, Vuong HE, Yano JM, et al . The Gut Microbiota Mediates the Anti-Seizure Effects of the Ketogenic Diet. Cell. 14 juni 2018;173(7):1728-1741.e13.
  31. Ang QY, Alexander M, Newman JC, et al. Ketogenic Diets Alter the Gut Microbiome Resulting in Decreased Intestinal Th17 Cells. Cell. 11 juni 2020;181(6):1263-1275.e16.
  32. Xie G, Zhou Q, Qiu CZ, et al. Ketogenic diet poses a significant effect on imbalanced gut microbiota in infants with refractory epilepsy. World J Gastroenterol. 7 september 2017;23(33):6164-71.
  33. Lindefeldt M, Eng A, Darban H, et al. The ketogenic diet influences taxonomic and functional composition of the gut microbiota in children with severe epilepsy. NPJ Biofilms Microbiomes. 2019;5(1):5.
  34. Arboleya S, Watkins C, Stanton C, et al. Gut Bifidobacteria Populations in Human Health and Aging. Front Microbiol. 2016;7:1204.
  35. Cabo R de, Mattson MP. Effects of Intermittent Fasting on Health, Aging, and Disease. N Engl J Med. 26 december 2019;381(26):2541-51.