Dat is de term die internist Yvo Sijpkens gebruikt voor het vroegtijdig kunnen interpreteren van de disfunctie van onze stofwisseling. Dat is niet zo eenvoudig omdat de processen die de metabole gezondheid verstoren – met name insulineresistentie en inflammatie – sluimerend aanwezig zijn, maar pas vele jaren later tot ernstige ziekte kunnen leiden. Zelf had hij kenmerken van het metabool syndroom, wat hem op het spoor zette van leefstijl als cruciale factor. De weg daarheen loopt via koolhydraatarme voeding, zo legt hij uit in een interview voor het dossierthema van deze keer over metabole gezondheid.

Andrea van Vuuren haakt op dit aspect in met haar artikel over ketogene voeding, waarin het aandeel koolhydraten flink is teruggedrongen en energie vooral uit het hoge aandeel vetten komt. Ketogeen eten komt niet overeen met de officiële adviezen, maar heeft veel gezondheidsvoordelen.
De voornaamste daarvan liggen waarschijnlijk op het gebied van hart- en vaatziekten omdat een dergelijke voedingsinterventie gunstige effecten heeft op met name de bloedsuikers en de vetsamenstelling van het bloed.
Bij dat laatste wordt meestal direct gedacht aan cholesterol, waarvan een te hoog niveau van het LDL-type als belangrijkste marker voor hart- en vaatziekten wordt gezien. Joost Meeusen laat in zijn omvangrijke literatuuronderzoek zien dat het toch wel wat gecompliceerder en genuanceerder ligt. Hij concludeert: ‘LDL blinkt niet uit tussen de andere cardiovasculaire risicofactoren. We hebben nog steeds geen duidelijk antwoord op de vraag wie baat heeft bij LDL-therapie.’
In het dossier vind je verder een interessant artikel van orthomoleculair therapeut Femke Doesburg, die de relatie legt tussen de darm- en metabole gezondheid. Uiteraard komt daarbij ook het belang van leefstijl en voeding aan bod. Voedingstherapie komt tevens terug in de bijdrage over acne vulgaris door voedingswetenschapper Gijsje Beerlink en voedingsepidemioloog Samantha Jordaans. Zij benadrukken dat de aandoening niet zomaar een lokale ontsteking van de talgklieren is, maar samenhangt met oxidatieve stress en metabole verstoringen.
Er valt buiten het dossier nog meer leesplezier te beleven. Eén artikel, van psycholoog Roeslan Leontjevas, moet daarbij apart genoemd worden. Hij gaat in op wat volgens sommigen een grote revolutie in de geneeskunde betekent, maar door anderen met wantrouwen bekeken wordt: artificiële intelligentie. AI heeft al tot veel toepassingen in de medische zorg geleid, maar de interesse is ook binnen de voedingswetenschap groeiende. Door voortdurende analyses van gezondheidsdata zijn gepersonaliseerde voedingsadviezen mogelijk en dat blijkt efficiënt: ‘Wat een diëtist voor één persoon doet, kan een goed ontworpen AI-systeem in theorie voor duizenden tegelijk.’
Ten slotte: het dit keer heel uitgebreide dossier is alvast een goede voorbereiding op het VGBC-congres, waar metabole gezondheid het thema zal zijn. Het duurt nog even, maar noteer de datum maar vast: 29 mei 2026.