Darmgezondheid en metabolisme
Darmgezondheid en metabolisme
Verweven mechanismen, nieuwe inzichten

Een goede metabole gezondheid is essentieel voor het behoud van een goede algehele gezondheid. Door de toename van metabole leefstijlaandoeningen zoals diabetes mellitus type 2, obesitas en het metabool syndroom wordt het belang van een goed werkend metabolisme steeds duidelijker. De hedendaagse westerse leefstijl, gekenmerkt door overmatige calorie-inname, bewerkte voeding, te weinig beweging en chronische stress, ondermijnt onze metabole veerkracht. Een verstoorde metabole gezondheid gaat vaak gepaard met insulineresistentie, laaggradige ontstekingen, verhoogde bloeddruk, afwijkende cholesterolwaarden, een toename van visceraal vet en speelt een centrale rol in het ontstaan van diverse chronische ziekten.

Metabole gezondheid wordt gedefinieerd als het hebben van gezonde niveaus van bloedglucose, triglyceriden, LDL- en HDL-cholesterol, bloeddruk en tailleomvang, zonder het gebruik van medicijnen.1 Ongezonde niveaus van deze kenmerken worden geassocieerd met verlies van metabole gezondheid, wat het risico op metabole ziekten verhoogt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen genetisch bepaalde metabole ziekten en leefstijlgerelateerde varianten. In deze bijdrage ligt de focus op de laatste categorie. Voorbeelden van metabole leefstijlaandoeningen zijn diabetes mellitus type 2, obesitas, niet-alcoholische leververvetting en het metabool syndroom. Deze aandoeningen treden vaak gezamenlijk op (comorbiditeit) en delen een gemeenschappelijke onderliggende pathofysiologie: insulineresistentie en chronische laaggradige ontstekingen.2

Centrale mechanismen

Insuline is een hormoon dat de bloedsuikerspiegel helpt reguleren door cellen in het lichaam te stimuleren om glucose uit het bloed op te nemen. Insulineresistentie ontstaat wanneer lichaamscellen minder gevoelig worden voor insuline. Hierdoor blijft er te veel glucose in het bloed circuleren, wat leidt tot een verhoogde bloedsuikerspiegel. Het lichaam probeert dit aanvankelijk te compenseren met extra insulineproductie, maar na verloop van tijd raakt de alvleesklier uitgeput en stopt met het aanmaken van insuline. Uiteindelijk kan het lichaam dan niet meer voldoende insuline aanmaken, wat leidt tot chronisch hoge bloedsuikers en de ontwikkeling van diabetes mellitus type 2.3

Laaggradige ontstekingen zijn een milde, chronische vorm van ontstekingen die langdurig in het lichaam aanwezig kunnen zijn. Het immuunsysteem is hierbij voortdurend een beetje actief, zonder duidelijke reden. In tegenstelling tot een acute ontsteking, zoals bij een wond of griep, worden laaggradige ontstekingen vaak niet direct opgemerkt. Dit kan schade aanrichten aan weefsels en organen, vooral op de lange termijn. Factoren zoals ongezonde voeding, overgewicht, weinig beweging, chronische stress en slecht slapen kunnen deze ontstekingen in stand houden. Laaggradige ontstekingen spelen een rol bij het ontstaan van ziektes zoals diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en obesitas.4

Chronische laaggradige ontstekingen hebben een nadelige invloed op de insulinesignalering in het lichaam. Ontstekingsstoffen, zoals de cytokinen TNF-α en IL-6, verstoren deze signalering door de werking van insulinereceptoren op lichaamscellen te beïnvloeden. Hierdoor reageren cellen minder goed op insuline, wat leidt tot of bijdraagt aan insulineresistentie. De combinatie van laaggradige ontstekingen en insulineresistentie vormt een belangrijke basis voor het ontstaan van metabole ontregelingen, zoals obesitas, diabetes mellitus type 2 en het metabool syndroom.5–8

Darmmicrobiota

De darmmicrobiota bestaat uit miljarden micro-organismen, waaronder bacteriën, virussen, gisten en schimmels. Deze microben vervullen essentiële functies in onze gezondheid, van energiestofwisseling tot emotionele en mentale gezondheid. De bacteriële component van de darmmicrobiota is het best onderzocht, met name de balans tussen bacteriën die geassocieerd worden met gezondheid en die in verband worden gebracht met ziekte of ontstekingen. Onderzoek naar de rol van de darmmicrobiota in onze gezondheid laat zien dat deze de metabole gezondheid beïnvloedt.9,10

Metabole veerkracht

Een gezonde darmmicrobiota wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan bacteriën en andere micro-organismen die in de darmen leven.11–13 De darmmicrobiota kan invloed uitoefenen op het metabolisme via meerdere mechanismen, zoals de productie van de korteketenvetzuren (KKVZ) acetaat, propionaat en butyraat middels fermentatie van voedingsvezels.11,14,15 Deze vetzuren verbeteren de darmbarrièrefunctie, stimuleren hormonen als glucagon-achtig peptide 1 (GLP1) en peptide YY (PYY) en remmen ontstekingsprocessen. Daarnaast beïnvloedt de darmmicrobiota de productie van galzuren16, de opname van micronutriënten17 en het functioneren van het centrale zenuwstelsel via de zogenaamde darm-hersenas18, alsmede het verzadigingsgevoel, de energiebalans en de vetstofwisseling.19

Verstoringen in de samenstelling en functie van de darmmicrobiota kunnen tot gevolg hebben dat de diversiteit afneemt. Dit leidt tot verstoringen in metabole routes die hormoonregulatie, ontstekingsmodulatie en energiestofwisseling beïnvloeden. Een veranderde samenstelling van de darmmicrobiota, ook wel een dysbiose genoemd, wordt in verband gebracht met insulineresistentie en laaggradige ontstekingen, twee centrale mechanismen bij metabole aandoeningen.20–23 Een verminderde aanmaak van KKVZ, verhoogde doorlaatbaarheid van de darmwand en verhoogde verplaatsing van bestanddelen uit de darm naar de bloedbaan liggen daaraan ten grondslag.

Darm en immuunactivatie

Een van de belangrijkste functies van de darm is het vormen van een selectieve barrière tussen de inhoud van de darm en de rest van het lichaam. Deze darmbarrière bestaat uit een slijmlaag, epitheellaag, tight junctions (celverbindingen tussen epitheelcellen) en immuuncellen. Bij een gezonde darm is deze barrière intact, laat selectief voedingsstoffen door naar het lichaam en voorkomt dat schadelijke stoffen het lichaam binnendringen. Darmbacteriën ondersteunen de slijmlaag en helpen bij het reguleren van ontstekingsprocessen. Een evenwichtige darmmicrobiota is essentieel voor het handhaven van een gezonde darmbarrière.24

Bij dysbiose van de darmmicrobiota en schade aan de darmwand kan de doorlaatbaarheid van de darm toenemen. Hierdoor kunnen bacteriële onderdelen, zoals lipopolysacchariden (LPS) uit de celwand van gramnegatieve bacteriën, in de bloedbaan terechtkomen.25 LPS activeren het immuunsysteem en leiden tot een toename van inflammatoire cytokinen zoals TNFα en IL6. Deze cytokinen spelen een cruciale rol in de ontstekingsreactie. De ontstekingsreactie kan echter uitmonden in chronische laaggradige ontstekingen bij voortdurende blootstelling aan LPS, zoals bij een verhoogde darmdoorlaatbaarheid. Dit draagt bij aan het ontstaan van insulineresistentie, ook wanneer de bloedsuikerwaarden nog normaal zijn. Daarom is het essentieel om een gezonde darmbarrière te behouden om zo chronische ontstekingen tegen te gaan.26

Microbiële metabolieten

Korteketenvetzuren zijn bacteriële metabolieten die ontstaan uit fermentatie van voedingsvezels. Ze vormen een directe link tussen voeding, de darmmicrobiota en metabole gezondheid.15,19,27 Butyraat voedt colonocyten (cellen die de binnenkant van de dikke darm bekleden), versterkt tight junctions en verhoogt de productie van mucines (slijmstoffen), wat bijdraagt aan een betere darmpermeabiliteit. Propionaat en acetaat stimuleren de afgifte van verzadigingshormonen zoals GLP1 en PYY, die eetlust verminderen en de glucoseregulatie verbeteren.19 Daarnaast spelen ze een rol bij vetzuuroxidatie in de lever en cholesterolregulatie. KKVZ beïnvloeden bovendien het immuunsysteem door ontstekingsprocessen te remmen via de activering van specifieke G-eiwitgekoppelde receptoren (GPR41 en GPR43) en bevorderen de ontwikkeling van regulatoire T-cellen (Tregs), die belangrijk zijn voor het behoud van de immuunbalans. Via al deze routes zijn KKVZ gunstig voor de metabole gezondheid.

Een effectieve vetvertering en vetstofwisseling is afhankelijk van galzuren. Primaire galzuren, die worden geproduceerd in de lever en afgegeven tijdens het eten om de afbraak van vetten te ondersteunen, worden door de darmmicrobiota omgezet in secundaire galzuren. Deze secundaire galzuren activeren specifieke (FXR-)receptoren op cellen in het hele lichaam om de opslag van vetten, de insulinegevoeligheid en het energieverbruik te reguleren.28–31 Dit illustreert de belangrijke rol van darmmicroben in het behoud van een gezonde stofwisseling. Wanneer de samenstelling van de darmmicrobiota verstoord raakt (dysbiose), kunnen deze processen ontregeld worden, wat negatieve gevolgen kan hebben voor vetstofwisseling, insulinegevoeligheid en energieverbruik.


Endocrien en immunologisch

De relatie tussen metabole gezondheid en de darmmicrobiota is complex, maar wetenschappelijk goed onderbouwd. De darm wordt steeds meer erkend als een actief endocrien en immunologisch orgaan dat centrale metabole processen aanstuurt. De darm fungeert als een dynamisch orgaan dat via microbiële metabolieten en entero-endocriene signalen onze stofwisseling, immuunreacties en hormoonhuishouding stuurt. Dit biedt perspectief om via interventies die de darmmicrobiota beïnvloeden metabole ziektes te voorkomen of te behandelen.

Entero-endocriene cellen

Entero-endocriene cellen zijn gespecialiseerde cellen in het darmepitheel die een belangrijke rol spelen in de regulatie van de stofwisseling, eetlust en vertering. Ze reageren actief op bacteriële metabolieten zoals KKVZ, indolen (organische verbindingen die ontstaan bij de afbraak van tryptofaan) en secundaire galzuren. Deze interactie regelt de afgifte van hormonen zoals GLP1, PYY en CCK (cholecystokinine), die essentieel zijn voor verzadiging, glucosehomeostase en vetopslag.32–35

Immunologische balans

Darmbacteriën spelen een cruciale rol in het reguleren van ons immuunsysteem. Ze zorgen ervoor dat het lichaam onderscheid kan maken tussen schadelijke indringers en onschuldige stoffen (immuuntolerantie), waardoor een gezonde immunologische balans wordt behouden. Ze stimuleren immunologische tolerantie via onder meer Toll-Like Receptors (TLRs), receptoren die functioneren als een soort antenne voor het aangeboren immuunsysteem.36,37 Na (milde) activatie van de TLRs geven ze een signaal af dat leidt tot een passende immuunreactie: ontstekingsbevorderend of juist ontstekingsremmend. Als er sprake is van een verhoogd doorlaatbare darmbarrière en LPS in de bloedcirculatie terechtkomen, worden de TLRs sterk geactiveerd door LPS. Dit leidt tot laaggradige ontstekingen en verstoring van metabole processen.38–40

Metabole functies

Een recente, grootschalige cohortstudie41 met negenduizend deelnemers naar de rol van de darmmicrobiota in metabole gezondheid legde 145 unieke bacteriële routes bloot die significant gecorreleerd waren met een of meer metabole parameters, zoals glucose, lichaamssamenstelling, vetmassa en leverfunctie. Er werden maar liefst 87.678 unieke bacteriële families gevonden die significant geassocieerd waren met ten minste één metabole parameter. De meeste associaties die werden gevonden, waren negatief, wat betekent dat meer bacteriële diversiteit gepaard ging met betere waarden van metabole parameters. Dit patroon komt overeen met eerdere bevindingen, waarbij de diversiteit van de darmmicrobiota omgekeerd geassocieerd was met obesitas, insulineresistentie en dyslipidemie.

Leefstijl

Wetenschappelijk onderzoek geeft steeds meer inzicht in de interacties tussen de darmmicrobiota en het metabolisme. Interventies gericht op het verbeteren van de darmmicrobiota verbeteren ook het metabolisme. Onze darmgezondheid wordt in hoge mate beïnvloed door leefstijlfactoren zoals voeding, beweging, slaap en stressmanagement.42–44

Een vezelrijk voedingspatroon, rijk aan groenten, fruit en fermenteerbare koolhydraten, bevordert de groei van gunstige bacteriën en verhoogt de productie van korteketenvetzuren. Daarentegen leidt een dieet vol bewerkte voeding, suikers, alcohol en kunstmatige additieven tot dysbiose en inflammatie. Interventies zoals intermittent fasting of een mediterraan dieet zijn in verband gebracht met een verbeterde darmmicrobiota en verminderde insulineresistentie.

Regelmatige fysieke activiteit bevordert de microbiële diversiteit in de darm. Zelfs matige beweging, zoals wandelen, draagt al bij aan een gunstiger darmmilieu.

Stress is een fysiologische trigger voor een verhoogde doorlaatbaarheid van de darm. Chronische stress en daarmee chronisch verhoogde permeabiliteit van de darm leidt echter tot meer LPS, toxinen en andere ongewenste indringers in de bloedbaan. Dit vergroot laaggradige ontstekingen. Slechte slaap vermindert de microbiële stabiliteit.

Een integrale leefstijlbenadering, die voeding, beweging, slaap en stressreductie combineert, is essentieel voor zowel preventie als behandeling van metabole aandoeningen. Darmgezondheid en metabole gezondheid versterken elkaar wederzijds en zijn alleen duurzaam en blijvend te herstellen als de leefstijl meeverandert.

Probiotica

Probiotica zijn levende micro-organismen die, wanneer ze in voldoende hoeveelheden worden ingenomen, een positief effect kunnen hebben op de gezondheid.45 Ze worden steeds vaker onderzocht als behandeling voor metabole aandoeningen zoals diabetes mellitus type 2. Probiotica verbeteren de darmbarrière, verminderen ontstekingen en ondersteunen het immuunsysteem, wat leidt tot een betere insulinegevoeligheid, lagere bloedsuikerspiegels en verbeterde vetstofwisseling. Verschillende meta-analyses bevestigen dat probiotica gunstige effecten hebben op onder andere HbA1c, bloeddruk, cholesterol en BMI bij mensen met metabole aandoeningen.46–55 Hierdoor zijn probiotica een veelbelovende strategie ter ondersteuning van de metabole gezondheid.

Multispecies probiotica (probiotica die meerdere stammen bevatten) blijken effectiever dan monostrain (probiotica met één stam) varianten.55 Ook is het goed om zich te realiseren dat hoewel probiotische stammen dezelfde naam kunnen hebben, dit niet per definitie betekent dat ze over dezelfde eigenschappen en werking beschikken. De effecten van probiotica zijn uniek en stamspecifiek. Om probiotica zo effectief mogelijk te laten zijn, moeten stammen worden geselecteerd met de juiste eigenschappen en functies, zoals het versterken van de darmbarrière of het moduleren van het immuunsysteem, die het specifieke gezondheidsprobleem kunnen beïnvloeden. Dit benadrukt het belang van het inzetten van goed onderbouwde en doelgericht samengestelde probiotische producten.

Tot besluit

De huidige wetenschappelijke inzichten wijzen in één richting: wie de darmen geneest, ondersteunt het metabolisme. In een tijd waarin chronische leefstijlaandoeningen wereldwijd in rap tempo toenemen, biedt deze kennis een waardevol aanknopingspunt. De toekomst van metabole geneeskunde ligt letterlijk in de buik. 

 

Dit artikel is een bijdrage van Stichting Winclove Wetenschap. Lees meer op www.winclovewetenschap.nl.

Referenties
  1. Araújo J, Cai J, Stevens J. Prevalence of Optimal Metabolic Health in American Adults: National Health and Nutrition Examination Survey 2009–2016. Metabolic Syndrome and Related Disorders 2019; 17: 46–52.
  2. Saklayen MG. The Global Epidemic of the Metabolic Syndrome. Curr Hypertens Rep 2018; 20: 12.
  3. Diabetes type 2 | Diabetes Fonds. https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes/diabetes-type-2 (accessed June 16, 2025).
  4. Wang P-X, Deng X-R, Zhang C-H, et al. Gut microbiota and metabolic syndrome. Chin Med J (Engl) 2020; 133: 808–16.
  5. Pereira SS, Alvarez-Leite JI. Low-Grade Inflammation, Obesity, and Diabetes. Curr Obes Rep 2014; 3: 422–31.
  6. Mattos RT, Medeiros NI, Menezes CA, et al. Chronic Low-Grade Inflammation in Childhood Obesity Is Associated with Decreased IL-10 Expression by Monocyte Subsets. PLoS ONE 2016; 11: e0168610.
  7. van Exel E, Gussekloo J, de Craen AJM, et al. Low Production Capacity of Interleukin-10 Associates With the Metabolic Syndrome and Type 2 Diabetes : The Leiden 85-Plus Study. Diabetes 2002; 51: 1088–92.
  8. Püschel GP, Klauder J, Henkel J. Macrophages, Low-Grade Inflammation, Insulin Resistance and Hyperinsulinemia: A Mutual Ambiguous Relationship in the Development of Metabolic Diseases. J Clin Med 2022; 11: 4358.
  9. Janssen AWF, Kersten S. The role of the gut microbiota in metabolic health. FASEB J 2015; 29: 3111–23.
  10. Vallianou N, Dalamaga M, Stratigou T, et al. Do Antibiotics Cause Obesity Through Long-term Alterations in the Gut Microbiome? A Review of Current Evidence. Curr Obes Rep 2021; 10: 244–62.
  11. Hou K, Wu Z-X, Chen X-Y, et al. Microbiota in health and diseases. Sig Transduct Target Ther 2022; 7: 135.
  12. Van Hul M, Cani PD, Petitfils C, et al. What defines a healthy gut microbiome? Gut 2024; 73: 1893–908.
  13. Rinninella E, Raoul P, Cintoni M, et al. What is the Healthy Gut Microbiota Composition? A Changing Ecosystem across Age, Environment, Diet, and Diseases. Microorganisms 2019; 7: 14.
  14. Vinolo MAR, Rodrigues HG, Nachbar RT, et al. Regulation of Inflammation by Short Chain Fatty Acids. Nutrients 2011; 3: 858–76.
  15. den Besten G, van Eunen K, Groen AK, et al. The role of short-chain fatty acids in the interplay between diet, gut microbiota, and host energy metabolism. J Lipid Res 2013; 54: 2325–40.
  16. Ridlon JM, Kang DJ, Hylemon PB, et al. Bile Acids and the Gut Microbiome. Curr Opin Gastroenterol 2014; 30: 332–8.
  17. Barone M, D’Amico F, Brigidi P, et al. Gut microbiome–micronutrient interaction: The key to controlling the bioavailability of minerals and vitamins? Biofactors 2022; 48: 307–14.
  18. Carabotti M, Scirocco A, Maselli MA, et al. The gut-brain axis: interactions between enteric microbiota, central and enteric nervous systems. Ann Gastroenterol 2015; 28: 203–9.
  19. Zeng Y, Wu Y, Zhang Q, et al. Crosstalk between glucagon-like peptide 1 and gut microbiota in metabolic diseases. mBio 2024; 15: e0203223.
  20. Koh A, Vadder FD, Kovatcheva-Datchary P, et al. From Dietary Fiber to Host Physiology: Short-Chain Fatty Acids as Key Bacterial Metabolites. Cell 2016; 165: 1332–45.
  21. Pedersen HK, Gudmundsdottir V, Nielsen HB, et al. Human gut microbes impact host serum metabolome and insulin sensitivity. Nature 2016; 535: 376–81.
  22. Changes in Gut Microbiota Control Metabolic Endotoxemia-Induced Inflammation in High-Fat Diet–Induced Obesity and Diabetes in Mice | Diabetes | American Diabetes Association. https://diabetesjournals.org/diabetes/article/57/6/1470/40782/Changes-in-Gut-Microbiota-Control-Metabolic (accessed June 16, 2025).
  23. Intestinal Crosstalk between Bile Acids and Microbiota and Its Impact on Host Metabolism: Cell Metabolism. https://www.cell.com/cell-metabolism/fulltext/S1550-4131(16)30223-6 (accessed June 16, 2025).
  24. Kelly JR, Kennedy PJ, Cryan JF, et al. Breaking Down the Barriers: The Gut Microbiome, Intestinal Permeability and Stress-related Psychiatric Disorders. Front Cell Neurosci 2015; 9.
  25. Fuke N, Nagata N, Suganuma H, et al. Regulation of Gut Microbiota and Metabolic Endotoxemia with Dietary Factors. Nutrients 2019; 11: 2277.
  26. Mohammad S, Thiemermann C. Role of Metabolic Endotoxemia in Systemic Inflammation and Potential Interventions. Front Immunol 2021; 11.
  27. Ma J, Piao X, Mahfuz S, et al. The interaction among gut microbes, the intestinal barrier and short chain fatty acids. Animal Nutrition 2022; 9: 159–74.
  28. Guzior DV, Quinn RA. Review: microbial transformations of human bile acids. Microbiome 2021; 9: 140.
  29. Wahlström A, Sayin SI, Marschall H-U, et al. Intestinal Crosstalk between Bile Acids and Microbiota and Its Impact on Host Metabolism. Cell Metabolism 2016; 24: 41–50.
  30. Chiang JYL, Ferrell JM. Discovery of farnesoid X receptor and its role in bile acid metabolism. Molecular and Cellular Endocrinology 2022; 548: 111618.
  31. Fiorucci S, Distrutti E. Bile Acid-Activated Receptors, Intestinal Microbiota, and the Treatment of Metabolic Disorders. Trends in Molecular Medicine 2015; 21: 702–14.
  32. Bastings JJAJ, Venema K, Blaak EE, et al. Influence of the gut microbiota on satiety signaling. Trends in Endocrinology & Metabolism 2023; 34: 243–55.
  33. Nwako JG, McCauley HA. Enteroendocrine cells regulate intestinal homeostasis and epithelial function. Molecular and Cellular Endocrinology 2024; 593: 112339.
  34. Barakat GM, Ramadan W, Assi G, et al. Satiety: a gut–brain–relationship. The Journal of Physiological Sciences 2024; 74: 11.
  35. Larraufie P, Martin-Gallausiaux C, Lapaque N, et al. SCFAs strongly stimulate PYY production in human enteroendocrine cells. Sci Rep 2018; 8: 74.
  36. Chen L, Zhang L, Hua H, et al. Interactions between toll-like receptors signaling pathway and gut microbiota in host homeostasis. Immun Inflamm Dis 2024; 12: e1356.
  37. Yiu JHC, Dorweiler B, Woo CW. Interaction between gut microbiota and toll-like receptor: from immunity to metabolism. J Mol Med (Berl) 2017; 95: 13–20.
  38. Peri F, Piazza M, Calabrese V, et al. Exploring the LPS/TLR4 signal pathway with small molecules. Biochem Soc Trans 2010; 38: 1390–5.
  39. Page MJ, Kell DB, Pretorius E. The Role of Lipopolysaccharide-Induced Cell Signalling in Chronic Inflammation. Chronic Stress 2022; 6: 24705470221076390.
  40. de Punder K, Pruimboom L. Stress Induces Endotoxemia and Low-Grade Inflammation by Increasing Barrier Permeability. Front Immunol 2015; 6.
  41. Keshet A, Segal E. Identification of gut microbiome features associated with host metabolic health in a large population-based cohort. Nat Commun 2024; 15: 9358.
  42. Pedroza Matute S, Iyavoo S. Exploring the gut microbiota: lifestyle choices, disease associations, and personal genomics. Front Nutr 2023; 10: 1225120.
  43. Conlon MA, Bird AR. The impact of diet and lifestyle on gut microbiota and human health. Nutrients 2014; 7: 17–44.
  44. Seredyński T, Mądry W, Mazurkiewicz A, et al. Unraveling the Influence of Lifestyle Choices on Microbiota Diversity – A Comprehensive Review. Journal of Education, Health and Sport 2024; 66: 50074.
  45. Hill C, Guarner F, Reid G, et al. The International Scientific Association for Probiotics and Prebiotics consensus statement on the scope and appropriate use of the term probiotic. Nat Rev Gastroenterol Hepatol 2014; 11: 506–14.
  46. Smith-Ryan AE, Mock MG, Trexler ET, et al. Influence of a multistrain probiotic on body composition and mood in female occupational shift workers. Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism 2019; 44: 765–73.
  47. Smarkusz-Zarzecka J, Ostrowska L, Leszczyńska J, et al. Analysis of the Impact of a Multi-Strain Probiotic on Body Composition and Cardiorespiratory Fitness in Long-Distance Runners. Nutrients 2020; 12: 3758.
  48. Smarkusz-Zarzecka J, Ostrowska L, Leszczyńska J, et al. Effect of a Multi-Strain Probiotic Supplement on Gastrointestinal Symptoms and Serum Biochemical Parameters of Long-Distance Runners: A Randomized Controlled Trial. Int J Environ Res Public Health 2022; 19: 9363.
  49. Majewska K, Kręgielska-Narożna M, Jakubowski H, et al. The Multispecies Probiotic Effectively Reduces Homocysteine Concentration in Obese Women: A Randomized Double-Blind Placebo-Controlled Study. Journal of clinical medicine 2020; 9.
  50. Szulińska M, Łoniewski I, Skrypnik K, et al. Multispecies Probiotic Supplementation Favorably Affects Vascular Function and Reduces Arterial Stiffness in Obese Postmenopausal Women—A 12-Week Placebo-Controlled and Randomized Clinical Study. Nutrients 2018; 10: 1672.
  51. Szulińska M, Łoniewski I, van Hemert S, et al. Dose-Dependent Effects of Multispecies Probiotic Supplementation on the Lipopolysaccharide (LPS) Level and Cardiometabolic Profile in Obese Postmenopausal Women: A 12-Week Randomized Clinical Trial. Nutrients 2018; 10: 773.
  52. Horvath A, Leber B, Feldbacher N, et al. Effects of a multispecies synbiotic on glucose metabolism, lipid marker, gut microbiome composition, gut permeability, and quality of life in diabesity: a randomized, double-blind, placebo-controlled pilot study. Eur J Nutr 2020; 59: 2969–83.
  53. Sabico S, Al-Mashharawi A, Al-Daghri NM, et al. Effects of a 6-month multi-strain probiotics supplementation in endotoxemic, inflammatory and cardiometabolic status of T2DM patients: A randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Clinical Nutrition 2018; published online Aug 17.
  54. Sabico S, Al-Mashharawi A, Al-Daghri NM, et al. Effects of a multi-strain probiotic supplement for 12 weeks in circulating endotoxin levels and cardiometabolic profiles of medication naïve T2DM patients: a randomized clinical trial. Journal of Translational Medicine 2017; 15: 249.
  55. Nikbakht E, Khalesi S, Singh I, et al. Effect of probiotics and synbiotics on blood glucose: a systematic review and meta-analysis of controlled trials. Eur J Nutr 2018; 57: 95–106.