Toen ik als jonge vrouw van 29 aan de reis van het moederschap begon, was ik me, zelfs als arts, niet bewust van de genialiteit waarmee de afstemming tussen moeder en kind op zo veel manieren gevoed en ondersteund wordt door hun leefomgeving, microbioom en de fysiologie van lichaam en geest. Nu, 21 jaar later, besef ik ten diepste dat de toekomstige gezondheid van onze samenleving direct afhankelijk is van de gezondheid van de generatie die nu geboren wordt, in de eerste duizend dagen van hun leven. Een gezonde start is cruciaal en ‘een venster van mogelijkheden’ kan zich soms al na 48 uur sluiten. Dit geldt vooral voor de kansen op de ontwikkeling van een gezond microbioom.
In dit artikel onderzoeken we de manieren waarop een moeder (samen met haar microbioom) haar kind voorbereidt op het leven buiten de baarmoeder en voorziet van belangrijke, vitaliserende, bondgenoten. We bespreken hoe de moeder na de geboorte van haar kind vooral eerst de bondgenoten zal voorzien van voeding.
Een nagenoeg steriele omgeving waar met grote aandacht over wordt gewaakt, daar verwacht je eigenlijk geen heen en weer verkeer van microben. Waar we vroeger dachten dat de baarmoeder ondoordringbaar en het vruchtwater waar de baby in verbleef steriel was, begint het langzaam te dagen… wij leven, sinds het vroegste begin, in nauwe samenhang met het microbioom van onze moeder. De levende gemeenschap van microben, bacteriën, schimmels en protozoa die huisvesting hebben gevonden in en op het lichaam van de zwangere is een belangrijke voorspeller van de toekomstige gezondheid van haar baby. Sterker nog, ze vormen het ‘zaaigoed’ dat aan de basis staat van de te ontwikkelen darmgezondheid van de pasgeborene zodra deze het geboortekanaal heeft verlaten.
Wij zijn geen steriele wezens. Sterker nog, gezonde diversiteit in ons microbioom bepaalt voor een belangrijk deel de weerbaarheid en veerkracht van gezondheid in de volwassen mens. Hoe ouder we worden, des te diverser zou het moeten zijn, gezien de verschillende organismen waar we gedurende ons leven aan worden blootgesteld en mee samenleven. Die diversiteit maakt ons veerkrachtig, mits de verschillende organismen zich houden aan hun toegewezen leefruimten en niet op reis gaan naar gebieden waar zij niet thuis horen. Gedurende het leven leert ons immuunsysteem door de verschillende momenten van ontmoeting wie waar thuishoort en welke organismen zo nodig moeten worden verwijderd. We kennen bijvoorbeeld darmbacteriën, luchtwegorganismen, huidbacteriën en stammen die de vagina bewonen. Ieder heeft zijn taak.
Een zwangere draagt haar baby binnen dit micromilieu gedurende negen maanden, voor het merendeel van de tijd zonder dat er overdracht plaatsvindt van individuele stammen. Slechts een klein aantal weet de placenta-barrière te passeren en kan al worden aangetroffen in de placenta, het vruchtwater, in de darm en op de huid van de foetus. Ook zijn er micro-organismen aangetroffen in colostrum en moedermelk, waar de baby direct na de geboorte mee in aanraking zal komen, mits deze aan de borst mag drinken.1,2
Babyvriendelijk zaaigoed
De nabijheid van anus en vagina maakt uitwisseling van bacteriën die in deze gebieden leven eenvoudig. En dit blijkt een gegeven te zijn dat goed van pas komt tijdens de bevalling. Gedurende de uitdrijving door het geboortekanaal zal de baby worden ingezaaid met verschillende vaginale en fecale bacteriën die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een gezonde darmwand. Met name de zogenaamde Bifidobacterium infantis is hierin van grote waarde. Bij zuigelingen die borstvoeding krijgen, maakt B. infantis tot wel 95% uit van de totale darmflora.
Bij een baby gaat het de eerste maanden primair om de groei van het aantal van deze bacteriesoort in de darm en is diversificatie juist minder gewenst. In een later stadium, na de eerste zes maanden, zal verruiming van de diversiteit meer prioriteit krijgen. In eerste instantie ligt de nadruk op de vorming van beperkte diversiteit. Juist die beperking is van belang voor een ongestoorde ontwikkeling waarin ziekenhuisbacteriën, onbekende huidbacteriën en schimmels als spelbreker kunnen fungeren.
Keizersnede
Wat gebeurt er als de baby wordt geboren in een ziekenhuis? En wat als dit gebeurt middels een keizersnede? Wat voor consequenties heeft dit voor het proces van ‘zaaien’ dat tijdens een natuurlijke bevalling gebeurt?
Mogelijk komt dit kind in aanraking met ziekenhuisbacteriën en verschillende huidbacteriën die niet verwant zijn aan de bacteriën die bekend zijn in de huiselijke omgeving van de ouders. Wordt het proces van direct huidcontact tussen moeder en kind na de geboorte onderbroken en moeder en kind van elkaar gescheiden, dan zal naast het effect op hechting ook rekening gehouden moeten worden met het effect op de ontwikkeling van het microbioom, zeker als moeder en/of baby ook nog antibiotica heeft gekregen. Onderzoek laat zien dat zowel het geboren worden met een keizersnede als het toegediend krijgen van antibiotica nadelige effecten heeft op de ontwikkeling van het microbioom, wat in relatie staat tot langetermijnrisico’s op allergieën, immuunstoornissen en gedragsproblematiek. Gelukkig zijn er ook hulpbronnen die zowel direct als op de lange termijn een positief, herstellend effect kunnen sorteren, mocht bovenstaande het geval zijn.
De eerste voeding
Nadat de baby is geboren, valt een witte vernix laag op die de huid van de baby bedekt en waarop de eerste bacteriestammen zich hechten. Door huid-op-huid contact met de moeder en vader koloniseren zij de belangrijkste plaatsen waar moeder en kind contact maken, zodat ook in de komende dagen bij elk moment van huidcontact opnieuw een uitwisseling kan plaatsvinden. Waar beter dan op de borst van de moeder en op de tepels? Hoe beter gevoed dan door de moedermelk?4
Colostrum, de eerste melk die een kind van zijn moeder in de eerste drie dagen na de geboorte ontvangt, is anders dan de melk die het daarna krijgt. Colostrum wordt ook wel het gele goud genoemd omdat het zo rijk is aan bestanddelen die ieder van onschatbare waarde blijken te zijn voor de gezondheid van de baby en een goede start. Het heeft een laag vetgehalte en is makkelijk verteerbaar. Naast belangrijke voedingsstoffen zoals onder andere eiwitten en sIgA-immuunstoffen voor de baby, blijkt colostrum ook van belang voor het microbioom dat zich zojuist is begonnen te ontwikkelen op de prille darmwand van de baby. Complexe suikerketens, oligosachariden of HMO’s genaamd, zijn het ideale prebioticum waar de bacterie Bifidobacterium infantis welig op groeit. En dit is belangrijk, want bacteriën van deze soort bouwen samen in de komende zes maanden aan de vorming van een dikke slijmvlieslaag in de darmen van de baby, waardoor straks ook vast voedsel zonder al te veel problemen verteerd kan worden.
Voeding voor de moeder wordt in die eerste dagen dus niet alleen voeding voor de baby, maar ook voor zijn microbioom.
In moedermelk kunnen tot tweehonderd verschillende soorten HMO’s aanwezig zijn. Deze prebiotica hebben naast hun effect op de ontwikkeling van een gezond microbioom ook een rol in de bescherming van de darmwand tegen pathogenen. Ook hebben zij een preventief effect op de ontwikkeling van necrotiserende enterocolitis, een gevaarlijke complicatie die vooral te vroeg geboren baby’s treft.5 Het produceren van HMO’s kost enorm veel energie, die de moeder zal moeten leveren. Hieruit blijkt de grote waarde van deze bouwstoffen. Het lichaam is wijs, een bevalling kost al genoeg kracht, dus alleen als deze bouwstoffen van belang zijn, zullen zij zo kort na de geboorte al aanwezig zijn in de moedermelk. Krachtvoer voor zwangeren en kraamvrouwen is van groot belang om te voorzien in de verhoogde caloriebehoefte in deze vrouwen.8
Moedermelk of flesvoeding?
Op dit moment bevat de meeste kunstvoeding voor baby’s geen HMO’s of hooguit enkele soorten. Het verschil in kwaliteit van voeding tussen kunst- en borstvoeding is enorm, en dit is al jaren bekend. Toch zien we een meerderheid van de jonge moeders binnen enkele dagen al stoppen met het volledig geven van borstvoeding en overgaan op een combinatie met flesvoeding. 53% start met het geven van borstvoeding, na zes maanden geeft nog 31% van de vrouwen volledige borstvoeding. 23% van de pasgeborenen krijgt een combinatie van fles- en borstvoeding. Helaas beïnvloedt dit de productie van moedermelk, waardoor 71% van de vrouwen eerder stopt met het geven van volledige borstvoeding dan zij hadden gewild. Veel vrouwen zijn hier teleurgesteld over.2,6
Interventies tijdens en na de geboorte van de baby waardoor deze weg werd gehaald bij de moeder, een keizersnede, vermoeidheid na een (zware) bevalling, lage ijzerstatus postpartum en slechte voeding voor de moeder kunnen alle van invloed zijn op het goed op gang komen van de moedermelkproductie en daarmee op het slagen van borstvoeding. Ook opleidingsverschillen spelen een rol, waarbij een hoger opleidingsniveau samenhangt met een langere en geslaagdere periode van borstvoeding geven. Moedermelk heeft ook een positief effect op het latere IQ van de baby. Ervaringen van de eigen moeder spelen een belangrijke rol bij de besluitvorming over wel of geen borstvoeding geven.
Zo sluit zich langzaam een vicieuze cirkel waarbij in sommige bevolkingsgroepen steeds minder vaak borstvoeding wordt gegeven, terwijl in andere groepen dit zeker wordt geprobeerd maar door (werk)stress vroegtijdig wordt overgegaan naar een vorm van mengvoeding of alleen nog maar flesvoeding. Het gemak van de fles op de korte termijn gaat ten koste van de gezondheid op de lange termijn.
Ondanks enorme vooruitgang in medische voorzieningen en uitgebreide mogelijkheden voor interventies blijft het geboorteproces een groots evenement in de ontwikkeling van onze soort dat het meest gebaat is bij een zo natuurlijk mogelijke omgeving. De nabijheid van de eigen microbiële omgeving van het gezin ten tijde van de geboorte, een vaginale bevalling, huid-op-huid contact, directe toegang tot de eerste moedermelk en langdurig geven van borstvoeding vormen de basis van de fysieke én emotionele ontwikkeling van nieuw leven.
Laten wij aanstaande ouders optimaal ondersteunen in dit proces en voorzien van voorlichting die hen helpt om de eigen rol te zien én te pakken. Zowel voorafgaand, tijdens als na de geboorte van hun kind.
