‘Het lichaam maakt vijftig tot honderd hormonen aan, het is ondoenlijk om die vandaag allemaal te behandelen’, steekt Lieneke van de Griendt van wal. Zij leidt voor de vijfde keer als congresvoorzitter alle keynotes in. Ze is huisarts, die eindelijk haar patiënten echt ziet opknappen sinds ze zich op leefstijladviezen is gaan toeleggen.
De hypothalamus en de hypofyse (pituitary gland) zijn hersenklieren waar veel hormonen vandaan komen. Vertrouwd zijn we met de HPA-as die bij stress in actie schiet, maar we hebben ook de hypothalamus-hypofyse-gonadale as, de hypothalamus-hypofyse-thyroïde as en de hypothalamus-hypofyse-somatotrofe as, die groei en regeneratie regelt. Dan zijn er nog andere hormonale systemen, die niet altijd op een ‘as’ liggen.
Rode draad vandaag echter zijn de hormonen insuline, glucagon, T3 en T4, leptine, ghreline en GLP1. ‘Ze zijn het meest beïnvloedbaar door voeding en dat is de reden waarom we die vandaag in het zonnetje zetten.’ Ze vormen dus geen echte as, maar hyperinsulinemie vormt samen met inflammatie, dysbiose en mitochondriale disfunctie een hechte groep van metabole disfuncties. ‘En dit kan ik ondertussen heel goed aanpakken met voeding en leefstijl, ik zie de ene success story na de andere.’
Denk daarbij aan de bouwstoffen van de hormonen: eiwitten en aminozuren, en aan omega-3. Koolhydraten komen eerder in een negatief daglicht te staan, zelfs haver kan snelle glucosepieken geven. Als relevante micronutriënten noemt Van de Griendt jodium voor de schildklier en magnesium voor de productie van testosteron. Vitamine D is bijna een hormoon op zich en ondersteunt de schildklier, insulinegevoeligheid en de voortplantingshormonen.
Verder raadt ze het mediterrane dieet aan, want dat werkt echt ontstekingsremmend. Tegen insulineresistentie werkt het ketogeen – of zo je wilt het laagglycemisch – dieet fantastisch. De effecten van voeding zijn voor iedereen persoonlijk: ‘Ik zie het in de spreekkamer aan de HbA1c-waarde, de ene is gevoeliger voor suiker dan de ander. Je kan niet zeggen: one size fits all’.
Een halve fles whisky per dag
Max Nieuwdorp, internist en endocrinoloog, hoogleraar en afdelingshoofd van het Amsterdams UMC, begint in mineur: ‘Honderd jaar na dato hebben we niet meer dan een snapshot van het hormonale systeem.’ Nog steeds worden nieuwe hormonen ontdekt.
Kleine stukjes geschiedenis komen aan bod in zijn lezing. Vanwaar komen de verhalen over reuzen (groeihormoon?) of is er ooit een vrouwelijke paus geweest met een vermannelijkingssyndroom? In de atletiek blijven geslachtshormonen actueel. Even actueel zijn de hormoonverstorende stoffen, zoals PFAS. Vroeger dacht men dat het allemaal wel mee zou vallen, maar ze geven wel degelijk een snelle schildklier. En je geraakt ze niet gemakkelijk kwijt.
Nieuwdorp vindt slaap enorm belangrijk. Hij vraagt zijn patiënten er altijd naar, want we zijn een eind weggedreven van ons natuurlijke slaappatroon: ‘We zijn ongeveer een uur minder gaan slapen gedurende de afgelopen honderd jaar.’ Uit historische bronnen blijkt dat mensen een slaap in twee fases hadden. Een sceptische psychiater heeft dit eens op de proef gesteld: wanneer tien studenten gedurende twee weken in een donkere kamer geleefd hadden, gingen ze inderdaad zo’n ritme vertonen. Om twaalf uur werden ze wakker om wat te gaan rommelen, om vervolgens een uur later weer te gaan slapen.
Hormonen zijn ook cash, denk aan nieuwe middelen om af te vallen. Mannen die op de beurs werken, gaan andere beslissingen nemen als je ze testosteron geeft. En vrouwen die in een stripclub werken, krijgen meer geld tijdens hun ovulatieperiode. Zou het te maken hebben met feromonen? We staan er niet echt bij stil, maar beïnvloeden die feromonen ons ook tijdens het stellen van een diagnose?
Bij vrouwen maken de oestrogenen na de laatste eisprong een steile val, bij mannen gebeurt dit geleidelijk. Erg onrechtvaardig, want de menopauze heeft een enorme impact op iemands leven. Zonder dat lijden te willen minimaliseren, ziet Nieuwdorp dat sommige Aziatische samenlevingen de menopauze ‘de gouden jaren’ noemen. Een groot cultuurverschil met onze samenleving dus.
Als vrouwen in de menopauze komen, verandert hun darmflora, en dan nog in de richting van een man. Van de darmen begrijpen we ook niet alles, maar waarschijnlijk kan de darmflora een buffer vormen tegen versnelde veroudering ten gevolge van diabetes.
Vaak nemen we dan de diversiteit van de darmflora als uitgangspunt. Een lage diversiteit verhogen met een gezond dieet kan insulineresistentie verbeteren en diversiteit verhogen. Nieuwdorp is een van de pioniers geweest die fecestransplantatie hebben onderzocht. Ondertussen hebben vier van de vijf studies op dit onderwerp aangetoond dat een gezonde darmflora via deze weg insulineresistentie kan verminderen, terwijl deelnemers hun dieet niet veranderen. Maar niet iedereen heeft baat bij dit soort interventies, zoals niet iedereen gebaat is met vezels of een cholesterolverlager.
Hallucinant zijn de resultaten van een studie waar Nieuwdorp aan meegewerkt heeft. Patiënten met overgewicht en leververvetting bleken namelijk enorme hoeveelheden alcohol aan te maken wanneer ze een suikerrijke drank innamen. Doorgerekend kwam dit overeen met een halve fles whisky per dag. De onderzoeksgroep kwam dit te weten door de alcoholafbraak in de lever tijdelijk te blokkeren. Legden ze de darmflora lam met antibiotica, dan viel de alcoholproductie stil.
Een goeroe beweert dat we allemaal 120 kunnen worden, als we die hormonen maar goed kunnen regelen. Maar willen we dat wel? Willen we tot ons negentigste gaan werken of negentig jaar met dezelfde partner opgescheept zitten, vraagt Nieuwdorp zich af.
Waarom het zo moeilijk is om langdurig af te vallen
Mariëtte Boon is postdoc aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam, internationaal expert op gebied van bruin vet en stofwisseling en obesitasarts bij het Centrum Gezond Gewicht. Zij kent het verdriet door obesitas en de strijd die het vergt.
Het lijkt erop dat het lichaam altijd terug naar het hoogste gewicht wil dat er ooit is geweest, het jojo-effect. Daarom is het goed om te weten welke signalen er voor het vollemaag-gevoel bestaan, naast uitrekking van de maag en de cognitieve beloning. Vetweefsel is met name een endocrien orgaan. Het scheidt leptine af, dat normaal aan de hersenen het signaal geeft dat je genoeg hebt gegeten. Bij obesitas neemt leptine toe, maar in de hersenen zijn de receptoren ervoor verlamd geraakt.
Als iemand afvalt, gaan de eetlusthormonen hierop reageren en nog meer honger creëren. Ook de rustverbranding daalt, omdat tijdens het afvallen spiermassa verloren gaat. Mogelijk zit het jojo-effect diep verscholen in de vetcellen, want ze lijken zich na succesvol afvallen nooit volledig te herstellen, zelfs niet na twee jaar.
Wat je eet, is belangrijk. Want laat je proefpersonen naar believen ultra-bewerkte of onbewerkte voeding eten, dan komt de ultra-bewerkte groep al na twee weken één kilo aan. Ze aten maar liefst 500 kcal meer dan de onbewerkte groep. Hoopgevend is dat intensieve begeleiding erin slaagt om de helft van patiënten met type 2-diabetes in remissie te brengen, zoals blijkt uit leefstijlinterventiestudies. Neemt de begeleiding vervolgens af, dan neemt jammer genoeg het aantal mensen in remissie ook weer af.
‘Er zijn heel veel oorzaken van obesitas’, benadrukt Boon, denk aan medicatie of iemands sociaaleconomische situatie. Om dat in de praktijk te achterhalen, heeft het Centrum Gezond Gewicht een digitale tool ontwikkeld, een laagdrempelige vragenlijst die mensen thuis kunnen invullen. Dat is niet alleen een eerste screening op alle mogelijke oorzaken, maar polst ook naar mogelijke obstakels voor een succesvolle interventie. ‘Als je daar eerst mee aan de slag gaat, dan heeft een leefstijlinterventie ook meer effect.’
De schildklier speelt zeker een rol, want subklinische hypothyreoïdie komt vaker voor bij obesitas. Dit betreft echter een fysiologische toename, dus veel mensen worden onterecht behandeld voor hypothyreoïdie. Het geven van schildklierhormoon zou meer kwaad dan goed kunnen doen.
Voor sommige mensen lijkt leefstijl niet voldoende te werken, daarom geeft Boon een overzicht van de huidige farmacologische opties tegen obesitas. De nieuwere GLP1- en GIP-receptor-agonist, tirzepatide (voorlopig enkel bij diabetes), doet het erg goed, maar steeds in combinatie met gezonde leefstijl. Het is niet zonder bijwerkingen.
Met leefstijl kun je ook iets doen aan de verbranding. Beweging uiteraard: ‘Ik adviseer altijd om minstens twee keer per week krachtoefeningen te doen. Meer spiermassa betekent een hogere rustverbranding.’ Ze heeft ook veel onderzoek gedaan naar bruin vet, vetweefsel gespecialiseerd in verbranding van vetten voor de productie van warmte. Laat je gezonde mensen in een ruimte bij 15-16 °C doorbrengen, dan zie je dat mensen al na tien dagen meer bruin vet krijgen. Een onderzoeksgroep van Maastricht vond dat blootstelling aan milde kou zelfs diabetes kan verbeteren. Dat heeft niet alleen met bruin vet te maken, maar ook met de spieren, die lichtjes gaan trillen bij koude.
Boon sluit af met een pikante eindnoot. Ook capsaïcine, de pikante stof uit rode peper, kan de rustverbranding verhogen. Je krijgt het er dus echt warm van.
Meer info: www.checkoorzakenovergewicht.nl
PCOS is meer dan onvruchtbaarheid
Barbara Havenith is sinds 1995 gynaecoloog, daarnaast orthomoleculair en integraal arts met een passie voor holistische en functionele geneeskunde.
Polycysteus ovariumsyndroom (PCOS) is de meest voorkomende hormonale stoornis bij vrouwen in de vruchtbare levensfase. In het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten is de prevalentie al toegenomen naar 1 op 7. Lange tijd verengd tot een vruchtbaarheidsprobleem weten we ondertussen dat het om een metabole disfunctie gaat en dat PCOS het risico op hart- en vaatziekten, huidziekten, slaapstoornissen, psychologische klachten en menstruatiestoornissen verhoogt.
De diagnose is niet eenduidig. Je kunt het aantal follikels in de eierstokken tellen op een echo; dat is gelukkig niet altijd nodig. Onregelmatige cyclus, hyperandrogenisme en/of verhoogd Anti-Mülleriaans Hormoon (AMH) zijn de andere criteria waarmee een diagnose gesteld kan worden. Een goed begrip van een onregelmatige cyclus is daarbij nodig en over ‘teveel aan mannelijk hormoon’ kunnen een aantal misverstanden bestaan: ‘Dat is niet altijd zichtbaar aan de buitenkant’. Vette huid, acne, lichaamsbeharing in het gezicht en ‘mannelijke kaalheid’ zijn er tekenen van, maar je moet het meten om te weten. Want niet elke vrouw krijgt meer beharing door mannelijk hormoon of is een snor er het gevolg van.
De vrouw heeft tien keer meer testosteron in het lichaam dan oestrogeen. Insulineresistentie kan de spiegel verhogen want de thecacellen in de eierstokken die testosteron produceren, zijn zeer insulinegevoelig. Ook zorgt insuline via het GnR-hormoon voor meer luteïniserend hormoon, dat de eisprong tegengaat.
PCOS is geen synoniem voor overgewicht, zoals sommige ziekenhuisbrochures laten uitschijnen. Dertig procent van de vrouwen met PCOS heeft geen overgewicht. Wel heeft 90% insulineresistentie en die wordt niet altijd meegenomen. In de praktijk ziet Havenith behoorlijk veel laaggradige ontsteking, via de hsCRP-waarde, dat daarvoor een redelijke maat is. Stress is een heel belangrijke factor en komt wel eens voor bij topsporters met PCOS.
De richtlijnen zijn wat Havenith betreft erg pessimistisch over voeding: geen enkel dieet is zinvol, eet dus maar gewoon gezond. Daartegen brengt zij in dat koolhydraatbeperkte voeding in de praktijk redelijk goed werkt én door veel mensen goed wordt volgehouden. Ook raadt ze verse en niet-bewerkte voeding aan, het liefst twintig soorten groenten per week. Breng ook het aantal eetmomenten omlaag; dat vinden veel mensen in het begin moeilijk, maar binnen een week is er al gewenning. ‘Als je ze het maar laat proberen.’ Beweging is belangrijk, misschien ook blootstelling aan koude, en gezonde slaap. Slaappillen zijn lang niet altijd nodig, een goed dag-nachtritme heeft beslist invloed op de cyclus. Stress kun je niet altijd uitzetten, maar aan je stressgevoeligheid kun je wel iets doen.
Gynaecologen schrijven gemakkelijk de pil voor bij menstruatiestoornissen. Dat is niet altijd per se slecht maar niet elk vrouw verdraagt de pil goed en ze kunnen nadelen hebben. Bij het kiezen van een hormoonpil neem je daarbij ook het risico op trombose/embolie in overweging. Progesteronsuppletie is ondertussen niet meer heel complementair.
Ook myo-inositol is in de officiële richtlijnen gekomen en dat is echt positief, want eindelijk is er iets over suppletie in de richtlijnen. Niet dat je PCOS kunt wegtoveren met inositol, maar de kans dat de eisprong terugkeert met leefstijl en suppletie wordt wel groter. In de richtlijnen staat omega-3 tussen haakjes vermeld, daar vindt men het bewijs niet goed genoeg voor.
Toch zijn er meer stofjes onderzocht. Berberine werkt zoals metformine en ook is er een rol weggelegd voor magnesium, chroom, kaneel en alfaliponzuur.
‘Eventueel probeer ik ook in de praktijk dysbiose te corrigeren, maar ik weet dat ik dan in een gevaarlijk gebied kom. Officieel is het niet evidence-based.’
De hormonale context
Leo Pruimboom is biochemicus, grondlegger van de kPNI, heeft een eigen instituut (pruimboominstitute.com) en een leerstoel aan de universiteit van Granada.
Achteraf gezien had hij liever deze titel gehad: ‘De context is de componist van de muziek die door het hormonale orkest gespeeld wordt’, en wellicht ook een andere teaser, want zijn lezing ging niet zoals aangekondigd over social defeat, testosterontekort of ‘ziekten die homo sapiens eigenlijk nooit zou mogen ontwikkelen’.
Hij leidt testosteron in als het meest contextgevoelige hormoon van alle hormonen die homo sapiens kan produceren. Als voorbeeld geeft hij een alleenstaande man die veel testosteron produceert als hij een bovengemiddeld mooie vrouw ziet, want hij wil zelfvertrouwen uitstralen. Zodra hij met partner en kinderen gesetteld is, gaat zijn testosterongehalte vanzelf naar beneden.
Na een intermezzo over het verschil in morfologie van oöcyten en spermatozoïden, waaruit hij afleidt dat testosteron en cortisol proxy’s zijn, komt hij terug op testosteron (en cortisol) als een sociaal hormoon. Als je socialiseert, dan gaat je cortisolspiegel omhoog en je testosteronspiegel naar beneden. Als ze beide hoog blijven, ontstaat er asociaal gedrag.
Pruimboom kent de belangrijkste reden waarom vrouwen langer leven. Mannen verliezen gaandeweg hun y-chromosoom, waardoor ze hun capaciteit verliezen om testosteron te produceren of, belangrijker, om er gevoelig voor te blijven. Vrouwen hebben geluk, zij verliezen x-chromosoom, maar ze kunnen hun silent x-chromosome reactiveren.
Om aan te voeren dat alles van boven naar beneden onderzocht moet worden, komen bubbles en speckles op de voorgrond. De eerste zijn vloeibare eiwitten, de tweede zijn eiwitten die organellen omsingelen. Ze zijn de blueprint of life: een organisme met een purpose (gedrag) maakt speckles en bubbles vrij, die zelfs van de hersenen naar de gameten kunnen bewegen, en omgekeerd. Dat is hoogstwaarschijnlijk de beste verklaring voor de vermindering van vruchtbaarheid, die het meer dan 52 uur per week werken geeft. Maar toch, als je innovatief digitaal werkt, is dat levensverlengend (maar onvruchtbaar makend).
Het liefst wil je negentig worden en nog een beetje libido hebben. De beste manier om hersenen, immuunsysteem en reproductiesysteem gezond te houden, is het gebruik van hormetische kruiden waardoor het hele soma beïnvloed wordt. Wat je nog nodig hebt, is innovatieve seksuele interactie. Het blijkt dat als je oudere mensen met verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van alzheimer innovatief traint in het gebruik van seksuele interactie, dat dat significant een verhoging geeft van geslachtshormonen.
De beste manier echter om je hormonale systeem weer op de rails te krijgen, is met resettherapie. Maar dat duurt een hele tijd, daar doe je twee jaar over, en dan is er nog geen reset van de hypothalamus: ‘Je kunt je voorstellen dat als die weer functioneert zoals die altijd heeft gefunctioneerd, dat kan leiden tot iets dat antifragility heet.’ Onvoorspelbaarheid, randomness en incomplete understanding of things zijn hiertoe de sleutel.
‘Het wordt echt tijd dat we begrijpen dat fysiologie en psychologie precies hetzelfde is, er is niet zoiets als een psychosomatisch ziektebeeld,’ rondt Pruimboom af. Wij kunnen voor een groot deel zelf moleculen en hun functie bepalen. Ook al worden er bijna onveranderlijke programma’s in de baarmoeder geschreven, zoals de gevoeligheid voor leptine en testosteron, zorg ervoor dat je zo jong mogelijk blijft. Gedraag je jong, maak grapjes, wees een kind. Speel de rol die bij u past en maak een hoop plezier.