Diëtist Lobke Faasen tackelt het misverstand dat vlees een onmisbaar ingrediënt is van een goed voedingspatroon. Sterker, plantaardig eten is volgens haar gezonder. Maar ze snapt dat veel berichtgeving nogal verwarrend kan zijn, want de ene keer meldt het nieuws dat een product of eetpatroon gezond is en de andere keer lees je het tegenovergestelde. Lastig, vooral voor consumenten die hun kennis over voeding moeten hebben van de gangbare media. Want wat moeten ze geloven? Het is een groot pluspunt dat Lobke Faasen de lezer daarom uitlegt hoe deze verschillende typen (wetenschappelijk) onderzoek kan beoordelen. En wat de valkuilen zijn van veel nieuwsberichten.

Zo geeft ze met behulp van een piramide van bewijskracht inzicht in de meest geloofwaardige uitkomst van soorten onderzoek. Hoe hoger een type onderzoek in de piramide staat, hoe geloofwaardiger en hoe kleiner de kans dat het resultaat is beïnvloed door een bias. Een bias wil zeggen dat de uitkomst van een onderzoek is vertekend door bijvoorbeeld wat de onderzoeker zelf hoopt of verwacht te ontdekken. In de top staan de meta-analyses en systematische reviews, want die combineren resultaten van verschillende onderzoeken. Vervolgens staan daaronder experimenteel onderzoek, observationeel onderzoek, in-vitro-onderzoek/proefdieronderzoek/casestudies en als laatste, in de breedste laag, de meningen van experts.
Uiteraard vallen zelfbenoemde experts erbuiten. Met de komst van de social media zijn daar veel van opgestaan. Vooral als die iets beweren dat haaks staat op wat algemeen wordt aangenomen, ontvangen ze veel clicks en views. Faasen: ‘Voeg daar een methodisch slechte studie aan toe, een fit uiterlijk en een vlotte babbel en je hebt al snel een grote aanhang.’
Daarnaast dragen nog meer zaken bij aan verwarring rond gezond eten. Zoals stofjesdenken, waarbij een voedingsmiddel wordt geclassificeerd aan de hand van één van de componenten. Een voorbeeld hiervan is fruit, waarvan wordt aangeraden niet te veel te eten vanwege het suiker dat het bevat. Ten onrechte, vindt Faasen, omdat fruit een compleet voedingsmiddel is. Evenzo is een eiwitrijk dieet dat grotendeels uit vlees bestaat niet per definitie gezond. Mensen eten geen losse voedingsstoffen, ze eten levensmiddelen. Er wordt te veel gefocust op afzonderlijke aspecten, terwijl een breed scala aan factoren invloed heeft op onze complexe fysiologie. Andere misverstanden ontstaan door het fenomeen lobbyen, waarbij soms doelbewust en ten onrechte wetenschappelijke literatuur in twijfel wordt getrokken. En dan de social media met content die extreem vatbaar is voor de persoonlijke mening en vooroordelen van de maker.
Een van de grote misverstanden die rondzingen, is volgens Faasen dat het voedingspatroon van vóór de landbouwrevolutie het meest geschikt zou zijn voor ons huidige lichaam. De aanname dat onze verre, verre voorouders vooral vlees aten, ligt volgens haar helemaal niet zo voor de hand. Ze legt uit waarom niet. Een ander stukje geschiedschrijving gaat over de situatie van direct na de Tweede Wereldoorlog. Kort na 1945 was het landbouwbeleid van minister Mansholt goed omdat het een succesvolle reactie op de hongerwinter was. Maar veel jaren daarna leidde het tot enorme overproductie, zoals de bekende melkplas en boterberg. En het droeg bij aan de explosieve groei van intensieve veehouderij in Nederland, met als gevolg dat er door de grote vraag naar dierlijke eiwitten inmiddels waanzinnig veel natuur is verdwenen. Het heeft er bovendien toe geleid dat consumenten geen reëel beeld meer hebben van de echte kosten van voedsel. Veel mensen hebben geen enkel besef welke impact hun voedingskeuzes op de planeet hebben. Mocht ‘Vleesfabels’ alleen al op dit aspect mensen bewust kunnen maken, dan zou dat grote winst zijn.